Traduction de «wobei wohl 720 arbeitnehmer » (Allemand → Néerlandais) :

11. weist allerdings darauf hin, dass möglicherweise die Hälfte der EGF-Unterstützung für finanzielle Zuschüsse ausgegeben wird, wobei wohl 720 Arbeitnehmer Schulungsarbeitslosengeld (einschließlich Stipendien) erhalten werden, und zwar in Höhe von schätzungsweise 10 400 EUR pro Arbeitnehmer;
11. merkt echter op dat meer dan de helft van de EFG-steun aan vergoedingen zal worden besteed – naar verluidt zullen 720 werknemers onderhoudstoelagen (waaronder studentenbeurzen) ontvangen die op 10 400 EUR per werknemer worden geraamd;

13. weist allerdings darauf hin, dass möglicherweise die Hälfte der EGF-Unterstützung für finanzielle Zuschüsse ausgegeben wird, wobei wohl 720 Arbeitnehmer Schulungsarbeitslosengeld (einschließlich Stipendien) erhalten werden, und zwar in Höhe von schätzungsweise 10 400 EUR pro Arbeitnehmer;
13. merkt echter op dat meer dan de helft van de EFG-steun aan vergoedingen zal worden besteed – naar verluidt zullen 720 werknemers onderhoudstoelagen (waaronder studentenbeurzen) ontvangen die op 10 400 EUR per werknemer worden geraamd;

13. weist allerdings darauf hin, dass möglicherweise die Hälfte der EGF-Unterstützung für finanzielle Zuschüsse ausgegeben wird, wobei wohl 720 Arbeitnehmer Schulungsarbeitslosengeld (einschließlich Stipendien) erhalten werden, und zwar in Höhe von schätzungsweise 10 400 EUR pro Arbeitnehmer;
14. merkt echter op dat meer dan de helft van de EFG-steun aan vergoedingen zal worden besteed – naar verluidt zullen 720 werknemers onderhoudstoelagen (waaronder studentenbeurzen) ontvangen die op 10 400 EUR per werknemer worden geraamd;

In den angefochtenen Bestimmungen ist für den Horeca-Sektor eine spezifische Regelung bezüglich der Leistung von Überstunden vorgesehen, wobei die durch den Arbeitnehmer nicht auszugleichende Anzahl Überstunden auf 300 Stunden pro Kalenderjahr erhöht wird, wenn der Arbeitgeber nicht von der Registrierkasse Gebrauch macht, und bis auf 360 Stunden, wenn der Arbeitgeber wohl von der Registrierkasse Gebrauch macht (Artikel 31 des Gesetzes vom 16. November 2015).
De bestreden bepalingen voorzien voor de horecasector in een specifieke regeling voor het presteren van overuren, waarbij het door de werknemer niet in te halen aantal overuren wordt verhoogd tot 300 uren per kalenderjaar indien de werkgever geen gebruik maakt van de geregistreerde kassa en tot 360 uren indien de werkgever wel gebruik maakt van de geregistreerde kassa (artikel 31 van de wet van 16 november 2015).

Die Behörde sollte ferner aufsichtliche Arbitrage vermeiden und gleiche Wettbewerbsbedingungen garantieren sowie die internationale Koordinierung der Aufsicht zum Wohle der Volkswirtschaften insgesamt und der Finanzinstitute sowie sonstigen Interessengruppen, Verbraucher und Arbeitnehmer im Besonderen ausbauen, wobei der Notwendigkeit Rechnung getragen wird, Wettbewerb und Innovationen auf dem Binnenmarkt zu fördern und globale Wettbewerbsfähigkeit sicherzustellen.
De Autoriteit moet daarnaast ten behoeve van de economie in het algemeen – daaronder begrepen de financiële instellingen en andere stakeholders, consumenten en werknemers – ook toezichtsarbitrage voorkomen en zorgen voor billijke concurrentieverhoudingen en een betere coördinatie van het internationaal toezicht, daarbij rekening houdend met de behoefte aan meer concurrentie en innovatie binnen de interne markt en het behoud van onze mondiale concurrentiepositie.

« Verstösst Artikel 2 des Gesetzes vom 28. Juni 1966 über die Entschädigung infolge Unternehmensschliessung entlassener Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem unterschieden wird zwischen den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das in Belgien keinen Sitz oder keine technische Betriebseinheit hat, einerseits und den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das wohl einen Sitz oder eine technische Betriebseinheit in Belgien hat, andererseits, wobei nur die Arbeitnehmer der zweiten Kategorie die gemäss diesem Gesetz gewährten Entschädigungen beanspruchen können, obwohl in beiden Fällen Sozialversicherungsbeiträge von den Löhnen und Gehältern der Arbeitnehmer einbehalten werden, die u.a. in den Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschliessungen entlassenen Arbeitnehmer fliessen?
« Schendt artikel 2 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een onderscheid te maken tussen enerzijds werknemers die tewerkgesteld worden in België en in dienst zijn van een onderneming die geen zetel of technische bedrijfseenheid in België heeft en anderzijds werknemers [die] in België tewerkgesteld worden en in dienst zijn van een onderneming die wel over een dergelijke zetel of bedrijfseenheid beschikt, waar enkel de werknemers van de tweede categorie aanspraak kunnen maken op de vergoedingen krachtens deze wet, alhoewel in beide gevallen sociale bijdragen van het loon van de werknemers worden afgehouden die ertoe strekken om ondermeer het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, te spijzen ?

Der vorlegende Richter fragt den Hof, ob Artikel 2 des Gesetzes vom 28. Juni 1966 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem es einen Unterschied einführe zwischen einerseits Arbeitnehmern, die in Belgien beschäftigt seien und im Dienst eines Unternehmens stünden, das keinen Sitz oder keine technische Betriebseinheit in Belgien habe, und andererseits Arbeitnehmern, die in Belgien beschäftigt seien und im Dienst eines Unternehmens stünden, das wohl über einen solchen Sitz oder eine solche Betriebseinheit verfüge, wobei nur die Arbeitnehmer der letztgenannten Kategorie Anspruch auf die im Gesetz vorgesehenen Entschädigungen erheben könnten.
De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 2 van de wet van 28 juni 1966 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt door een onderscheid te maken tussen, enerzijds, werknemers die worden tewerkgesteld in België en in dienst zijn van een onderneming die geen zetel of technische bedrijfseenheid in België heeft en, anderzijds, werknemers die in België worden tewerkgesteld en in dienst zijn van een onderneming die wel over een dergelijke zetel of bedrijfseenheid beschikt, waarbij enkel de werknemers van de tweede categorie aanspraak kunnen maken op de vergoedingen waarin de wet voorziet.

« Verstösst Artikel 2 des Gesetzes vom 28. Juni 1966 über die Entschädigung infolge Unternehmensschliessung entlassener Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem unterschieden wird zwischen den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das in Belgien keinen Sitz oder keine technische Betriebseinheit hat, einerseits und den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das wohl einen Sitz oder eine technische Betriebseinheit in Belgien hat, andererseits, wobei nur die Arbeitnehmer der zweiten Kategorie die gemäss diesem Gesetz gewährten Entschädigungen beanspruchen können, obwohl in beiden Fällen Sozialversicherungsbeiträge von den Löhnen und Gehältern der Arbeitnehmer einbehalten werden, die u.a. in den Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschliessungen entlassenen Arbeitnehmer fliessen?
« Schendt artikel 2 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een onderscheid te maken tussen enerzijds werknemers die tewerkgesteld worden in België en in dienst zijn van een onderneming die geen zetel of technische bedrijfseenheid in België heeft en anderzijds werknemers die in België tewerkgesteld worden en in dienst zijn van een onderneming die wel over een dergelijke zetel of bedrijfseenheid beschikt, waar enkel de werknemers van de tweede categorie aanspraak kunnen maken op de vergoedingen krachtens deze wet, alhoewel in beide gevallen sociale bijdragen van het loon van de werknemers worden afgehouden die ertoe strekken om ondermeer het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, te spijzen ?