Die bisherigen Erfahrungen sowie unabhängige Bewertungen von gemeinsamen Ostsee-Forschungsprogrammen (gegenwärtig mit 32 % EU-Beiträgen) geben Grund zu der Annahme, dass die gleichzeitige Verwendung eines echten und eines virtuellen gemeinsamen Budgets den übergeordneten Grundsatz der wissenschaftlichen Spitzenleistung nicht gefährden dürfte.
Gezien de tot dusverre opgedane ervaring en de onafhankelijke opmerkingen over gemeenschappelijke onderzoeksprogramma’s voor het Oostzeegebied (waarvoor de EU-bijdrage momenteel 32% bedraagt) is er gegronde reden om aan te nemen dat bij een gelijktijdig gebruik van een echte en een virtuele gemeenschappelijke pot het overkoepelende beginsel van wetenschappelijke uitmuntendheid niet in gevaar zou komen.