In Mitgliedstaaten, in denen kein spezifischer Rechtsrahmen für die Bekämpfung unlauterer Handelspraktiken existiert, wird üblicherweise argumentiert, dass das allgemeine Wettbewerbsrecht ausreichend wirksam ist, um die Problematik anzugehen (Tschechische Republik), oder dass man nur ungern in die Vertragsfreiheit der Parteien eingreifen wolle (Vereinigtes Königreich), vor allem dann, wenn kein Verstoß gegen die Wettbewerbsregeln vorliegt[38].
In lidstaten waar geen specifieke regelingen inzake oneerlijke handelspraktijken bestaan, wordt gewoonlijk aangevoerd dat het algemene mededingingsrecht voldoende effectief is om het probleem aan te pakken (Tsjechië), of dat er een bepaalde aarzeling is om in de contractvrijheid van partijen te treden (Verenigd Koninkrijk), met name wanneer er geen sprake is van een inbreuk op mededingingsregels[38].
