Der Hof wird im zweiten Teil des vierten Klagegrunds gebeten, über die Vereinbarkeit der in B.53 angeführten angefochtenen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu befinden, insofern sie dadurch, dass sie nicht vorschreibe, dass die durch den König angenommenen Regeln im Ministerrat beraten würden, einen Behandlungsunterschied einführe zwischen dem Opfer einer Berufskrankheit und dem Opfer eines Arbeitsunfalls im Sinne von Artikel 42bis Absatz 1 des Gesetzes vom 10. April 1971, eingefügt durch Artikel 345 des Gesetzes vom 20. Juli 2006.
Het Hof wordt in een tweede onderdeel van het vierde middel verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van de in B.53 beoogde bestreden bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, i
n zoverre zij, door niet te eisen dat de door de Koning aangenomen regels worden overlegd in de Ministerraad, een verschil in behandeling in het leven zou roepen tussen het slachtoffer van een beroepsziekte en het slachtoffer van een arbeidsongeval beoogd in artikel 42bis, eerste lid, van de wet van 10 april 1971, zoals het wordt ingevoegd bij artikel 345 van de
...[+++] wet van 20 juli 2006.