Ausgehend von der „Überlegenheit“ der „Werte“ und des Verhaltens der EU wird oftmals versucht, die Wahlbeobachtungsmissionen zu nutzen, um Druck auf Länder auszuüben und sich in die inneren Angelegenheiten von Ländern einzumischen, vorrangig von Ländern, die auf der Anerkennung ihrer nationalen Souveränität und Unabhängigkeit beruhende Entwicklungsprojekte fordern.
Deze overtuiging van de “superioriteit” van de “waarden” en het gedrag van de EU is de basis voor de regelmatig ondernomen pogingen om verkiezingswaarnemingsmissies te gebruiken als een instrument om druk uit te oefenen en inmenging te plegen in de interne aangelegenheden van andere landen, inzonderheid die welke vasthouden aan ontwikkelingsprojecten die zijn gebaseerd op de erkenning van de nationale soevereiniteit en onafhankelijkheid.