20. hebt hervor, dass die Versöhnung in Afghanistan im Interesse aller, die auf Gewalt verzichten, die Verfassung – auch die darin verankerten Bestimmungen über Menschenrechte und insbesondere Frauenrechte – achten und bereit sind, zum Aufbau eines friedlichen Afghanistans beizutragen, im Rahmen
eines umfassenden, inklusiven Prozesses unter der Führung und der Verantwortung Afghanistans stattfinden muss; hebt hervor, dass die politische Opposition sowie die Bürgergesellschaft im Allgemeinen und insbesondere Frauen in den Friedensprozess einbezogen werden sollten, und dass dieser Prozess möglichst inklusiv zu gestalten ist; fordert, das
...[+++]s dem Hohen Friedensrat in diesem Bereich eine wichtigere Rolle zugewiesen wird und seine Tätigkeiten stärker auf den eigentlichen Friedensprozess ausgerichtet werden; 20. onderstreept het bela
ng van een brede en inclusieve aanpak, onder gezag en verantwoordelijkheid van de Afghanen, van de verzoening in Afghanistan voor alle partijen die afzien van geweld, de grondwet – met inbegrip van de bepalingen inzake mensenrechten en met name de rechten van vrouwen – naleven en bereid zijn mee te werken aan de opbouw van een vreedzaam Afghanistan; dringt erop aan dat de politieke oppositie, het maatschappelijk middenveld in het algemeen en vrouwen in het bijzonder worden betrokken bij het vredesproces, dat zo inclusief mogelijk moet zijn; vraagt dat de rol van de Hoge Raad voor de
vrede op d ...[+++]it gebied wordt uitgebreid en dat de klemtoon meer komt te liggen op het eigenlijke vredesproces;