15. benadrukt dat de sectorale en beroepssegregatie van de arbeidsmarkt een rol bli
jven spelen bij het bepalen van de loonklo
of tussen mannen en vrouwen; benadrukt eveneens
dat de banen van vrouwen, en met name van v
rouwen die werkzaam zijn als huishoudelijk werkers en verzorgers, stelselmatig ondergewaardeerd worden en vaker ge
paard gaan met lage lonen ...[+++], onvrijwillig deeltijdwerk, onzekere banen en nulurencontracten, en roept de Commissie en de lidstaten op passende maatregelen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen om niet-vrijwillige deeltijdarbeid op doeltreffende wijze te beperken; benadrukt dat de vervrouwelijking van de armoede wordt veroorzaakt door meervoudige discriminatie en verschillende andere factoren, waaronder de loonkloof tussen mannen en vrouwen, de pensioenkloof, zorgtaken en daarmee samenhangende onderbrekingen, en ontoereikende steunregelingen waardoor huishoudens van alleenstaande moeders worden getroffen; onderstreept in dit verband dat het belangrijk is het gendereffect van socialezekerheidsstelsels te beoordelen; herinnert aan het belang van de tenuitvoerlegging van bestaande antidiscriminatiewetgeving, rekening houdend met een sectoroverstijgende aanpak ter bestrijding van de armoede onder vrouwen;