(2) Für die in Artikel 1 der Verordnung (EWG) Nr. 804/68 des Rates bezeichneten Produkte [20], die zur Herstellung der in diesem Artikel genannten Erzeugnisse oder von im Anhang der genannten Verordnung aufgeführten Waren bestimmt sind, darf die Wiederausfuhrfrist jedoch vier Monate nicht überschreiten.
2. De termijn voor de wederuitvoer van de produkten bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad (20), waaruit de produkten, bedoeld in genoemd artikel 1 of in de bijlage bij genoemde verordening, worden vervaardigd, mag niet meer dan vier maanden bedragen.