32. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, den Energiebinnenmarkt so zu gestalten, dass die internen und externen Energiequellen in einem ausgewogenen Verhältnis zueinander stehen, die Interoperabilität der nationalen Energienetze gegeben ist, die Energieversorgung und -verteilung im Hinblick auf ein wettbewerbliches Umfeld getrennt wird und der Wettbewerb zwischen den Energieverteilern gewährleistet ist;
32. dringt er bij de lidstaten op aan een interne markt voor energie in het leven te roepen door een evenwicht te vinden tussen interne en externe leveranciers, te zorgen voor interoperabiliteit van de nationale energienetten en een concurrerende omgeving voor energie te scheppen door de functies van leverancier en distributiebedrijf te scheiden en tegelijk te zorgen voor concurrentie tussen elektriciteitsdistributiebedrijven;