16. bekräftigt erneut, dass der israelisch-palästinensische Konflikt ungeachtet der derzeitigen Krise im Gaza-Streifen und im Westjordanland weder mit militärischen Mitteln noch durch eine dauerhafte Besetzung oder die Verweigerung des Existenzrechts der jeweils anderen Seite gelöst werden kann, und dass die Beilegung des Konflikts nur durch ein endgültiges Abkommen auf der Grundlage der Koexistenz von zwei demokratischen, souveränen und lebensfähigen Staaten innerhalb gegenseitig anerkannter Grenzen, was auch den Status von Jerusalem einschließt, möglich ist;
16. herhaalt dat, ongeacht de huidige crisis in de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever, het conflict tussen Israël en Palestina niet met militaire middelen kan worden opgelost, en ook niet door een permanente bezetting of een ontkenning van de rechten en van het bestaansrecht van de andere partij, en dat een regeling alleen mogelijk is door een definitieve overeenkomst, gebaseerd op de coëxistentie van twee democratische soevereine en levensvatbare staten die elkaars grenzen wederzijds erkennen, met inbegrip van de status van Jeruzalem;
