Ein wesentlich höheres Armutsrisiko bestand zumeist für besondere Gruppen wie Arbeitslose, Alleinerziehende (vor allem Frauen), allein lebende ältere Menschen (ebenfalls vorwiegend Frauen) und kinderreiche Familien.
Het risico van armoede was vaak aanzienlijk hoger voor bepaalde groepen zoals werklozen, alleenstaande ouders (vooral vrouwen), alleenstaande ouderen (ook voornamelijk vrouwen) en gezinnen met veel kinderen.