Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 51bis des Gesetzes vom 13. Mai 1999 « zur Festlegung des Disziplinarstatuts der Personalmitglieder der Polizeidienste » mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, insofern darin bezüglich der Frist zum Einreichen eines Antrags auf Neuüberprüfung beim Disziplinarrat nicht vorgesehen sei, dass der Fälligkeitstermin auf den nächstfolgenden Werktag verlegt werde, wenn dieser Fälligkeitstermin auf einen Samstag, einen Sonntag oder einen gesetzlichen Feiertag falle.
Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 51bis van de wet van 13 mei 1999 « houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten » in zoverre het, met betrekking tot de termijn voor het instellen van een verzoek tot heroverweging bij de tuchtraad, niet erin voorziet dat
de vervaldag wordt verplaatst tot de eerstvolgende werkdag indien die vervaldag een zaterda
...[+++]g, een zondag of een wettelijke feestdag is. 
