Vertaling van "werden sollte dass akp-länder häufig stark " (Duits → Nederlands) :

98. dringt darauf, dass die Tatsache umfassend berücksichtigt werden sollte, dass AKP-Länder häufig stark von Rohstoffen abhängig sind, die besonders anfällig für Preisschwankungen und Zollprogression sind, und betont die Bedeutung der Diversifikation, die Entwicklung verarbeitender Industrien und KMU in diesen Ländern;
98. dringt erop aan dat volledig rekening wordt gehouden met het feit dat ACS-landen vaak sterk afhankelijk zijn van grondstoffen, die bijzonder gevoelig zijn voor prijsschommelingen en tariefescalatie, en onderstreept het belang van diversifiëring, de ontwikkeling van verwerkende industrieën en het MKB in dit soort landen;

91. dringt darauf, dass die Tatsache umfassend berücksichtigt werden sollte, dass AKP-Länder häufig stark von Rohstoffen abhängig sind, die besonders anfällig für Preisschwankungen und Zollprogression sind, und betont die Bedeutung der Diversifikation, die Entwicklung verarbeitender Industrien und KMU in diesen Ländern;
91. dringt erop aan dat volledig rekening wordt gehouden met het feit dat ACS-landen vaak sterk afhankelijk zijn van grondstoffen, die bijzonder gevoelig zijn voor prijsschommelingen en tariefescalatie, en onderstreept het belang van diversifiëring, de ontwikkeling van verwerkende industrieën en het MKB in dit soort landen;

20. betont, dass der GEEREF der Berücksichtigung der spezifischen Bedürfnisse der am wenigstens entwickelten Länder sowie den Interventionen, die erwiesenermaßen starke Bezüge zur Armutsbekämpfung aufweisen, Vorrang einräumen muss; stellt fest, dass sich der Aufgabenbereich des GEEREF auf die Unterstützung regionaler Unterfonds für afrikanische Staaten südlich der Sahara, für die Inselstaaten der Karibik und des pazifischen Raums, für die europäischen Nachbarstaaten (einschließlich Nordafrika und der osteuropäischen Nicht-EU-Staaten), für Lateinamerika und für Asien erstreckt; fordert jedoch, dass besonderes Gewicht darauf gelegt wird, den Bedürfnissen der AKP-Länder zu entsprechen; fordert die Kommission auf, bei der Aufteilung der Mittel zu gewährleisten, dass diese nicht nur an einen oder zwei Unterfonds vergeben werden; empfiehlt nachdrücklich, dass etwaige Unterfonds für China und Russland, falls sie in das Portfolio aufgenommen werden sollten, nicht alle verfügbaren Mittel an sich ziehen und dass ihnen als Pilotprojekten besonderes Interesse zukommen sollte;
20. benadrukt dat het GEEREF prioriteit dient te geven aan het bevredigen van de specifieke behoeften van de minst ontwikkelde landen en aan projecten die aantoonbaar nauw verband houden met armoedebestrijding; constateert dat het GEEREF gericht zal zijn op de ondersteuning van regionale subfondsen voor landen in Afrika bezuiden de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de landen van het Europees nabuurschap (inclusief Noord-Afrika en de Oost-Europese niet-EU-landen), Latijns-Amerika en Azië; verzoekt er evenwel om bijzondere aandacht te besteden aan de behoeften van de ACS-landen; verzoekt de Commissie bij de verdeling van de middelen ervoor te zorgen dat deze niet aan slechts één of twee subfondsen worden toebedeeld; adviseert met nadruk dat eventuele in het fonds opgenomen subfondsen voor Rusland en China niet alle beschikbare middelen dienen op te slokken en dat zij een belangrijke rol moeten spelen als proefprojecten;

20. betont, dass der GEEREF der Berücksichtigung der spezifischen Bedürfnisse der am wenigstens entwickelten Länder (LDC) sowie den Interventionen, die erwiesenermaßen starke Bezüge zur Armutsbekämpfung aufweisen, Vorrang einräumen muss; stellt fest, dass sich der Aufgabenbereich des GEEREF auf die Unterstützung regionaler Unterfonds für afrikanische Staaten südlich der Sahara, für die Inselstaaten der Karibik und des pazifischen Raums, für die europäischen Nachbarstaaten (einschließlich Nordafrika und der osteuropäischen Nicht-EU-Staaten), für Lateinamerika und für Asien erstreckt; fordert jedoch, dass besonderes Gewicht darauf gelegt wird, den Bedürfnissen der AKP-Länder zu entsprechen; fordert die Kommission auf, bei der Aufteilung der Mittel zu gewährleisten, dass diese nicht nur an einen oder zwei Unterfonds vergeben werden; empfiehlt nachdrücklich, dass etwaige Unterfonds für China und Russland, falls sie in das Portfolio aufgenommen werden sollten, nicht alle verfügbaren Mittel an sich ziehen und dass ihnen als Pilotprojekten besonderes Interesse zukommen sollte;
20. benadrukt dat het GEEREF prioriteit dient te geven aan het bevredigen van de specifieke behoeften van de minst ontwikkelde landen (MOL) en aan projecten die aantoonbaar nauw verband houden met armoedebestrijding; constateert dat het GEEREF gericht zal zijn op de ondersteuning van regionale subfondsen voor landen in Afrika bezuiden de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de landen van het Europees nabuurschap (inclusief Noord-Afrika en de Oost-Europese niet-EU-landen), Latijns-Amerika en Azië; verzoekt er evenwel om bijzondere aandacht te besteden aan de behoeften van de ACS-landen; verzoekt de Commissie bij de verdeling van de middelen ervoor te zorgen dat deze niet aan slechts één of twee subfondsen worden toebedeeld; adviseert met nadruk dat eventuele in het fonds opgenomen subfondsen voor Rusland en China niet alle beschikbare middelen dienen op te slokken en dat zij een belangrijke rol moeten spelen als proefprojecten;

- Dieser neue Ansatz für die Ursprungsregeln und die Zusammenarbeit der Verwaltungen sollte demnächst auch mit Nachdruck bei den Wirtschaftspartnerschaftsabkommen verfolgt werden, die derzeit unter vollständiger Berücksichtigung der gegenwärtigen Vorteile des Abkommens von Cotonou mit sechs Regionalgruppen der AKP-Länder ausgehandelt werden.
- De nieuwe opzet van de oorsprongsregels en van de samenwerking tussen douanediensten dient binnenkort ook als een prioriteit te worden voorgesteld voor de economische-partnerschapsovereenkomsten waarover met zes regionale groepen ACS-landen zal worden onderhandeld met inachtneming van de voordelen op grond van de Overeenkomst van Cotonou.

Der Ausschuß befürchtet, daß diese Bestimmung in den einzelnen Mitgliedstaaten Gegenstand einer allzu stark voneinander abweichenden Auslegung sein könnte. Bezüglich der Patente für Pflanzen weist der Ausschuß den Gesetzgeber darauf hin, daß auf die Vereinbarkeit der legitimen Rechte der Patentinhaber mit dem Zugang der Länder der Dritten Welt zu neuen Technologien, insbesondere für Ackerbau und Viehzucht, geachtet werden sollte.
Wat octrooien op het kweken van planten betreft, vestigt het ESC de aandacht van de Raad en het Europees Parlement erop dat de legitieme rechten van octrooihouders niet tot gevolg mogen hebben dat Derde-Wereldlanden de toegang tot nieuwe technologieën wordt ontzegd.