Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "werden muss weil doch große " (Duits → Nederlands) :

In seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 50/2011 (B.7.2) hat der Gerichtshof erkannt, dass - was Buch 4 des Grundstücks- und Immobiliendekrets betrifft - zunächst der zweite Klagegrund geprüft werden muss, weil eine eventuelle Nichtigerklärung der Steuerstimuli und der anderen Subventionsmechanismen Folgen für die Verhältnismäßigkeit der sozialen Auflage, die im Rahmen des ersten Klagegrunds geprüft wird, haben könnte.

Bij zijn voormeld arrest nr. 50/2011 (B.7.2) heeft het Hof geoordeeld dat, wat boek 4 van het Grond- en pandendecreet betreft, het tweede middel eerst dient te worden onderzocht, aangezien een eventuele vernietiging van de fiscale stimuli en de andere subsidiemechanismen gevolgen zou kunnen hebben voor de evenredigheid van de sociale last die in het kader van het eerste middel wordt onderzocht.


Aus Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 22 der Verfassung ergibt sich somit, dass ausreichend präzise festgelegt werden muss, unter welchen Umständen eine Verarbeitung von personenbezogenen Daten erlaubt ist (EuGHMR, Große Kammer, 4. Mai 2000, Rotaru gegen Rumänien, § 57; Große Kammer, 12. Januar 2010, S. und Marper gegen Vereinigtes Königreich, § 99).

Uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 22 van de Grondwet volgt aldus dat voldoende precies moet worden bepaald in welke omstandigheden een verwerking van persoonsgegevens is toegelaten (EHRM, grote kamer, 4 mei 2000, Rotaru t. Roemenië, § 57; grote kamer, 12 januari 2010, S. en Marper t. Verenigd Koninkrijk, § 99).


Der dritte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6190 ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung und gegen Artikel 6 der Richtlinie 92/43/EWG des Rates vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume sowie der wildlebenden Tiere und Pflanzen (nachstehend: Habitatrichtlinie) sowie gegen Artikel 6 des Aarhus-Übereinkommens durch die Artikel 155, 226 und 390 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung, weil, abgesehen von der Ausnahme für Tätigkeiten, die materielle Eingriffe in die Umwelt zur F ...[+++]

Het derde middel in de zaak nr. 6190 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet en van artikel 6 van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna : Habitatrichtlijn) alsook van artikel 6 van het Verdrag van Aarhus door de artikelen 155, 226 en 390 van het Omgevingsvergunningsdecreet omdat, behoudens de uitzondering voor activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben, bij een loutere hernieuwing van een omgevingsvergunning of omzetting van een milieuvergunning in een omgevingsvergunning geen ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 11. Juni 2015 in Sachen der Flämischen Region gegen Tony Sneijers, dessen Ausfertigung am 22. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 des Gesetzes vom 16. September 1807 über die Sumpftrockenlegung - der bestimmt: ' Häuser und Gebäude, von denen ein Teil aus Gründen eines gesetzlich anerkannten Nutzens der Allgemeinheit abgerissen oder ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de drooglegging van de moerassen waarvan de Franse tekst luidt als volgt : ' les maisons et bâtiments dont il serait nécessaire de faire démolir et d'enlever une portion pour cause d ...[+++]


Der bloße Umstand, dass der Gouverneur verpflichtet ist, dem Kriterium der Wohnbevölkerung und Erwerbsbevölkerung auf dem Gebiet der Gemeinde eine vorrangige Bedeutung beizumessen, entbehrt nicht einer vernünftigen Rechtfertigung angesichts des statistischen Zusammenhangs zwischen der Größe der Wohnbevölkerung und Erwerbsbevölkerung einer Gemeinde und der Häufigkeit der Einsätze der Rettungsdienste auf dem Gebiet dieser Gemeinde einerseits und des breiten Ermessensspielraums, der auf diesem Gebiet dem Gesetzgeber zuerkannt werden muss, andererseits. ...[+++]

Het loutere feit dat de gouverneur ertoe gehouden is overwegend rekening te houden met het criterium van de residentiële en actieve bevolking op het grondgebied van de gemeente is niet zonder redelijke verantwoording, gelet op de statistische correlatie tussen de omvang van de residentiële en actieve bevolking van een gemeente en de frequentie van de interventies van de hulpdiensten op het grondgebied van die gemeente, enerzijds, en gelet op de ruime beoordelingsmarge die ter zake aan de wetgever dient te ...[+++]


Wenn geprüft werden muss, ob ein Richter in einem konkreten Fall Anlass zu einer solchen Befürchtung gegeben hat, wird der Standpunkt des Rechtsuchenden berücksichtigt, doch er spielt keine ausschlaggebende Rolle.

Indien dient te worden onderzocht of een rechter in een concreet geval aanleiding heeft gegeven tot een dergelijke vrees, wordt het standpunt van de rechtzoekende in aanmerking genomen, maar speelt het geen doorslaggevende rol.


Während der Diskussion über diese Frage im Justizausschuss der Kammer hat der Minister der Justiz bemerkt, dass diese Formulierung des Gesetzentwurfs « der Rechtsprechung des Kassationshofes entspricht » und dass das Protokoll der unter Verletzung der gesetzlich gewährleisteten Rechte durchgeführten Vernehmung in der Akte belassen werden müsse, weil die darin aufgezeichneten Erklärungen ebenfalls zur Entlastung verwendet werden könnten (Parl. Dok., Kammer, 2010-2011, DOC 53-1279/005, S. 20).

Tijdens de besprekingen over die aangelegenheid in de Kamercommissie voor de Justitie heeft de minister van Justitie opgemerkt dat die formulering van het wetsontwerp « in overeenstemming [was] met de rechtspraak van het Hof van Cassatie » en dat het proces-verbaal van een verhoor afgenomen met schending van de bij de wet gewaarborgde rechten in het dossier moest worden gelaten, omdat de daarin opgenomen verklaringen ook ter ontlasting kunnen worden gebruikt (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1279/005, p. 20).


Die Flämische Regierung ist der Auffassung, dass die durch die Regierung der Französischen Gemeinschaft eingereichte Klage für unzulässig erklärt werden müsse, weil die Klageschrift keine Darlegung des Sachverhalts enthalte und somit nicht Artikel 6 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 entspreche.

De Vlaamse Regering is van mening dat het beroep dat werd ingesteld door de Franse Gemeenschapsregering onontvankelijk moet worden verklaard omdat, in zoverre het verzoekschrift geen uiteenzetting van de feiten bevat, niet zou zijn voldaan aan artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989.


Während dadurch einerseits mit geringer Nachhaltigkeit gerechnet werden muss, kann doch andererseits angenommen werden, dass EU-Mittel zur Förderung von Aktivitäten verwandt werden, die ohne diese Zuschüsse nicht in gleicher Art durchgeführt werden könnten.

Terwijl dit op een lage duurzaamheid lijkt te wijzen, duidt het er vanuit een andere invalshoek op dat Europees geld wordt gebruikt om activiteiten te bevorderen die anders niet op dezelfde wijze hadden kunnen plaatsvinden.


Der Kläger behauptet, dass der von der Wallonischen Region eingereichte Interventionsschriftsatz von der Verhandlung ausgeschlossen werden müsse, weil die Regionalbehörde nicht das in Artikel 87 § 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof vorgeschriebene Interesse aufweise.

De verzoeker betoogt dat de memorie van tussenkomst ingediend door het Waalse Gewest uit de debatten moet worden geweerd omdat de gewestelijke overheid niet doet blijken van het in artikel 87, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vereiste belang.


w