(1) Während einer Übergangsfrist bis zum 6. September 2018 können die Bestimmungsmitgliedstaaten in ihrem Hoheitsgebiet Sendungen mit Salamandern aus anderen Mitgliedstaaten annehmen, die nicht die Tiergesundheitsbedingungen gemäß Artikel 3 erfüllen, sofern geeignete Risikominimierungsmaßnahmen ergriffen werden, die von der zuständigen Behörde nach Rücksprache mit den Unternehmern und, falls nötig, mit dem Herkunftsmitgliedstaat festzulegen sind.
1. Gedurende een overgangsperiode die tot 6 september 2018 loopt, mogen de lidstaten van bestemming zendingen salamanders uit andere lidstaten die niet aan de voorwaarden inzake de diergezondheid van artikel 3 voldoen, op hun grondgebied toelaten met inachtneming van risicobeperkende voorwaarden die door de bevoegde autoriteit worden vastgesteld na overleg met de exploitanten en, indien nodig, de lidstaat van oorsprong.