Vertaling van "werden derzeit einzelstaatliche " (Duits → Nederlands) :

Nanomaterialien werden derzeit durch verschiedene Rechtsinstrumente auf EU- und einzelstaatlicher Ebene geregelt.
Nanomaterialen vallen op dit moment onder zowel de Europese als de nationale regelgeving.

D. in der Erwägung, dass die auf dem BNE basierenden Beiträge der Mitgliedstaaten zum Haushalt der EU, die sich derzeit auf ca. 74 % der Gesamteinnahmen der EU belaufen, nicht als echte Eigenmittelquellen betrachtet werden können, da es sich bei ihnen lediglich um Übertragungen aus den Staatskassen der Mitgliedstaaten an den Haushalt der EU handelt; in der Erwägung, dass sich die MwSt-Eigenmittel, die ca. 11 % der Gesamteinnahmen der EU ausmachen, dergestalt entwickelt haben, dass auch sie als einzelstaatliche Beiträge zum Haushalt der EU wahrgenommen werden; in der Erwägung, dass aufgrund dieser Situation jahrzehntelang das Konzept der „angemessenen Gegenleistung“ gestützt wurde, das sich auch in den Schlussfolgerungen des Europäischen Rates vom 7./8. Februar 2013 zum Mehrjährigen Finanzrahmen 2014-2020 eindeutig durchgesetzt und eine Strukturreform des EU-Haushalts weitgehend verhindert hat;
D. overwegende dat de nationale bijdragen aan de EU-begroting op BNI-grondslag, die tegenwoordig ongeveer 74% van de totale ontvangsten van de EU vormen, niet als werkelijke eigen middelen kunnen worden beschouwd, omdat ze eenvoudigweg worden overgeschreven van de nationale schatkisten naar de EU-begroting; overwegende dat de bijdrage op BTW-grondslag, die ongeveer 11% van de totale ontvangsten van de EU vormt, zich op zodanige wijze heeft ontwikkeld dat deze wordt gezien als nationale bijdrage aan de EU-begroting; overwegende dat deze situatie in de loop van de decennia ertoe heeft geleid dat het idee van „billijke compensatie” de overhand heeft gekregen, wat ook duidelijk bleek uit de conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 over het MKF 2014-2020 en een structurele hervorming van de EU-begroting praktisch onmogelijk heeft gemaakt;

D. in der Erwägung, dass die auf dem BNE basierenden Beiträge der Mitgliedstaaten zum Haushalt der EU, die sich derzeit auf ca. 74 % der Gesamteinnahmen der EU belaufen, nicht als echte Eigenmittelquellen betrachtet werden können, da es sich bei ihnen lediglich um Übertragungen aus den Staatskassen der Mitgliedstaaten an den Haushalt der EU handelt; in der Erwägung, dass sich die MwSt-Eigenmittel, die ca. 11 % der Gesamteinnahmen der EU ausmachen, dergestalt entwickelt haben, dass auch sie als einzelstaatliche Beiträge zum Haushalt der EU wahrgenommen werden; in der Erwägung, dass aufgrund dieser Situation jahrzehntelang das Konzept der „angemessenen Gegenleistung“ gestützt wurde, das sich auch in den Schlussfolgerungen des Europäischen Rates vom 7./8. Februar 2013 zum Mehrjährigen Finanzrahmen 2014-2020 eindeutig durchgesetzt und eine Strukturreform des EU-Haushalts weitgehend verhindert hat;
D. overwegende dat de nationale bijdragen aan de EU-begroting op BNI-grondslag, die tegenwoordig ongeveer 74% van de totale ontvangsten van de EU vormen, niet als werkelijke eigen middelen kunnen worden beschouwd, omdat ze eenvoudigweg worden overgeschreven van de nationale schatkisten naar de EU-begroting; overwegende dat de bijdrage op BTW-grondslag, die ongeveer 11% van de totale ontvangsten van de EU vormt, zich op zodanige wijze heeft ontwikkeld dat deze wordt gezien als nationale bijdrage aan de EU-begroting; overwegende dat deze situatie in de loop van de decennia ertoe heeft geleid dat het idee van "billijke compensatie" de overhand heeft gekregen, wat ook duidelijk bleek uit de conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 over het MKF 2014-2020 en een structurele hervorming van de EU-begroting praktisch onmogelijk heeft gemaakt;

35. weist auf die derzeit vorliegenden Gutachten hin, die ergeben, dass Projektionen für 2020 zufolge die im Hinblick auf die Verbesserung der Energieeffizienz und die Senkung des Energieverbrauchs angestrebten 20 % mit dem derzeitigen Kurs nicht zu erreichen sind; fordert, dass im Hinblick auf die Umsetzung der Ziele für 2020 schneller gehandelt, mehr Ehrgeiz entwickelt und ein stärkeres politisches Engagement an den Tag gelegt wird und dass über das Jahr 2020 hinaus geplant wird, damit entsprechende Investitionen getätigt werden; unterstützt die im Fahrplan der Kommission gezogene Schlussfolgerung, dass Energieeffizienzmaßnahmen für eine weitere Senkung der CO2-Emissionen entscheidend sind; vertritt daher die Ansicht, dass verbindliche Ziele nicht ausgeschlossen werden sollten; betont, dass durch Energieeffizienzmaßnahmen Arbeitsplätze geschaffen, wirtschaftliche Einsparungen erzielt und die Versorgungssicherheit und die Wettbewerbsfähigkeit verbessert werden; begrüßt diesbezüglich die Prioritäten, die in der vorgeschlagenen Richtlinie über Energieeffizienz gesetzt werden, um die Energieeffizienz in allen Sektoren und vor allem bei Gebäuden durch die Renovierung des Gebäudebestands zu erhöhen, wobei die Renovierung der öffentlichen Gebäude an einem Zielwert ausgerichtet ist; fordert, dass mehr Ressourcen bereitgestellt und Maßnahmen getroffen werden, um auf europäischer und auf einzelstaatlicher Ebene, auch durch Schaffung neuer Finanzierungsinstrumente, neue Finanzquellen zu erschließen; hebt hervor, wie wichtig private Investitionen zur Überwindung der derzeit angespannten Haushaltslage der öffentlichen Hand sind;
35. wijst op de huidige analyses die erop wijzen dat de doelstellingen van verbetering van de energie-efficiëntie en vermindering van het energieverbruik met 20% tegen 2020 niet zullen worden gehaald; dringt aan op snelle actie, meer ambitie en hardere politieke toezeggingen om de 2020-doelstellingen te verwezenlijken en verder te kijken dan 2020, om passende investeringen aan te trekken; ondersteunt de conclusie in de routekaart van de Commissie dat energie-efficiëntiebeleid van essentieel belang is voor het verder verlagen van koolstofemissies; is derhalve van mening dat bindende doelstellingen niet mogen worden uitgesloten; onderstreept dat energie-efficiëntiemaatregelen zorgen voor meer werkgelegenheid, financiële besparingen, verhoogde voorzieningszekerheid en een groter mededingingsvermogen; is verheugd over de prioriteiten die zijn vastgesteld in de richtlijn inzake energie-efficiëntie om de energie-efficiëntie in alle sectoren te verbeteren, en met name in gebouwen door de renovatie van bestaande gebouwen, met de nadruk op openbare gebouwen; dringt aan op een verhoging van de middelen en uitbreiding van de maatregelen om nieuwe bronnen aan te boren op Europees en nationaal niveau, inclusief nieuwe financieringsinstrumenten; benadrukt het belang van particuliere investeringen om de huidige budgettaire beperkingen in de publieke sector te overwinnen;

34. weist auf die derzeit vorliegenden Gutachten hin, die ergeben, dass Projektionen für 2020 zufolge die im Hinblick auf die Verbesserung der Energieeffizienz und die Senkung des Energieverbrauchs angestrebten 20 % mit dem derzeitigen Kurs nicht zu erreichen sind; fordert, dass im Hinblick auf die Umsetzung der Ziele für 2020 schneller gehandelt, mehr Ehrgeiz entwickelt und ein stärkeres politisches Engagement an den Tag gelegt wird und dass über das Jahr 2020 hinaus geplant wird, damit entsprechende Investitionen getätigt werden; unterstützt die im Fahrplan der Kommission gezogene Schlussfolgerung, dass Energieeffizienzmaßnahmen für eine weitere Senkung der CO2 -Emissionen entscheidend sind; vertritt daher die Ansicht, dass verbindliche Ziele nicht ausgeschlossen werden sollten; betont, dass durch Energieeffizienzmaßnahmen Arbeitsplätze geschaffen, wirtschaftliche Einsparungen erzielt und die Versorgungssicherheit und die Wettbewerbsfähigkeit verbessert werden; begrüßt diesbezüglich die Prioritäten, die in der vorgeschlagenen Richtlinie über Energieeffizienz gesetzt werden, um die Energieeffizienz in allen Sektoren und vor allem bei Gebäuden durch die Renovierung des Gebäudebestands zu erhöhen, wobei die Renovierung der öffentlichen Gebäude an einem Zielwert ausgerichtet ist; fordert, dass mehr Ressourcen bereitgestellt und Maßnahmen getroffen werden, um auf europäischer und auf einzelstaatlicher Ebene, auch durch Schaffung neuer Finanzierungsinstrumente, neue Finanzquellen zu erschließen; hebt hervor, wie wichtig private Investitionen zur Überwindung der derzeit angespannten Haushaltslage der öffentlichen Hand sind;
34. wijst op de huidige analyses die erop wijzen dat de doelstellingen van verbetering van de energie-efficiëntie en vermindering van het energieverbruik met 20% tegen 2020 niet zullen worden gehaald; dringt aan op snelle actie, meer ambitie en hardere politieke toezeggingen om de 2020-doelstellingen te verwezenlijken en verder te kijken dan 2020, om passende investeringen aan te trekken; ondersteunt de conclusie in de routekaart van de Commissie dat energie-efficiëntiebeleid van essentieel belang is voor het verder verlagen van koolstofemissies; is derhalve van mening dat bindende doelstellingen niet mogen worden uitgesloten; onderstreept dat energie-efficiëntiemaatregelen zorgen voor meer werkgelegenheid, financiële besparingen, verhoogde voorzieningszekerheid en een groter mededingingsvermogen; is verheugd over de prioriteiten die zijn vastgesteld in de richtlijn inzake energie-efficiëntie om de energie-efficiëntie in alle sectoren te verbeteren, en met name in gebouwen door de renovatie van bestaande gebouwen, met de nadruk op openbare gebouwen; dringt aan op een verhoging van de middelen en uitbreiding van de maatregelen om nieuwe bronnen aan te boren op Europees en nationaal niveau, inclusief nieuwe financieringsinstrumenten; benadrukt het belang van particuliere investeringen om de huidige budgettaire beperkingen in de publieke sector te overwinnen;

10. weist auf derzeit vorliegende Gutachten hin, die ergeben, dass Projektionen für 2020 zufolge die im Hinblick auf die Verbesserung der Energieeffizienz und die Senkung des Energieverbrauchs angestrebten 20 % mit dem derzeitigen Kurs nicht zu erreichen sind; fordert, dass im Hinblick auf die Umsetzung der Ziele für 2020 schneller gehandelt, mehr Ehrgeiz entwickelt und ein stärkeres politisches Engagement an den Tag gelegt wird, und dass über das Jahr 2020 hinaus geplant wird, damit entsprechende Investitionen getätigt werden; unterstützt die im Fahrplan der Kommission gezogene Schlussfolgerung, dass Energieeffizienzmaßnahmen für eine weitere Senkung der CO2-Emissionen entscheidend sind; vertritt daher die Ansicht, dass verbindliche Ziele nicht ausgeschlossen werden sollten; betont, dass durch Energieeffizienzmaßnahmen Arbeitsplätze geschaffen, wirtschaftliche Einsparungen erzielt und die Versorgungssicherheit und die Wettbewerbsfähigkeit verbessert werden; begrüßt diesbezüglich die Prioritäten, die in der vorgeschlagenen Richtlinie über Energieeffizienz gesetzt werden, um die Energieeffizienz in allen Sektoren zu erhöhen und vor allem bei Gebäuden durch die Renovierung des Gebäudebestands zu verbessern, wobei die Renovierung der Gebäude öffentlicher Einrichtungen an einem besonderen Zielwert ausgerichtet ist; fordert, dass mehr Ressourcen bereitgestellt und Maßnahmen getroffen werden, um auf europäischer und auf einzelstaatlicher Ebene, auch durch Schaffung neuer Finanzierungsinstrumente, neue Finanzquellen zu erschließen; hebt hervor, wie wichtig private Investitionen zur Überwindung der derzeit angespannten Haushaltslage der öffentlichen Hand sind;
10. wijst op huidige analyses die erop wijzen dat de doelstellingen van verbetering van de energie-efficiëntie en vermindering van het energieverbruik met 20% tegen 2020 niet zullen worden gehaald; dringt aan op snelle actie, meer ambitie, en hardere politieke toezeggingen, om de 2020-doelstellingen te verwezenlijken en verder te kijken dan 2020, om passende investeringen in te brengen; ondersteunt de conclusie in de routekaart van de Commissie dat energie-efficiëntiebeleid van essentieel belang is voor het verder verlagen van koolstofemissies; is derhalve van mening dat bindende doelstellingen niet mogen worden uitgesloten; onderstreept dat energie-efficiëntiemaatregelen zorgen voor meer werkgelegenheid, financiële besparingen, verhoogde voorzieningszekerheid en een groter mededingingsvermogen; is verheugd over de prioriteiten die zijn vastgesteld in de richtlijn inzake energie-efficiëntie om de energie-efficiëntie in alle sectoren te verbeteren, en met name in gebouwen door de renovatie van bestaande gebouwen, met de nadruk op openbare gebouwen; dringt aan op een verhoging van de middelen en uitbreiding van de maatregelen om nieuwe bronnen aan te boren op Europees en nationaal niveau, inclusief nieuwe financieringsinstrumenten; benadrukt het belang van particuliere investeringen om de huidige budgettaire beperkingen in de publieke sector te overwinnen;

Zu diesem Zweck werden derzeit einzelstaatliche Katastrophenschutzpläne zusammengestellt. Dies dient dazu, spezifische Maßnahmen gemeinsam durchzuführen und zu koordinieren.
Daartoe worden op dit moment de nationale rampenplannen geïnventariseerd met het oog op de uitwisseling en coördinatie van specifieke maatregelen, en worden een gemeenschappelijk mathematisch model en een gegevenssysteem ontwikkeld.

Der Rat nahm Kenntnis von den Ausführungen des Kommissionsmitglieds Bolkestein zum Binnenmarktanzeiger über die Umsetzung der Rechtsvorschriften für den Binnenmarkt für 2004 und zu einer Empfehlung der Kommission , in der bewährte Verfahren aufgeführt sind, die derzeit in den Mitgliedstaaten angewendet werden, um die korrekte und fristgerechte Umsetzung der binnenmarktrelevanten Richtlinien in einzelstaatliches Recht zu erleichtern.
De Raad nam nota van de presentatie door Commissielid Bolkestein van het scorebord 2004 over de uitvoering van de internemarktwetgeving , en de aanbeveling van de Commissie waarin een aantal beste praktijken wordt omschreven die thans in de lidstaten worden gebruikt om de correcte en tijdige omzetting van internemarktrichtlijnen in nationaal recht in de hand te werken.

b) den von der Kommission in ihrer Mitteilung vorgeschlagenen Dialog in einem Gedankenaustausch über die auf einzelstaatlicher Ebene durchgeführten Politiken aktiv aufzunehmen, damit die Lage analysiert werden und eine gemeinsame Bewertung der derzeit verfolgten Politiken vorgenommen werden kann, wobei dem "Benchmarking" und den vorbildlichen Verfahren in den Mitgliedstaaten Rechnung zu tragen ist.
b) actief deel te nemen aan de dialoog die de Commissie in haar mededeling op gang heeft gebracht, door van gedachten te wisselen over op nationaal niveau genomen beleidsmaatregelen, om de situatie te kunnen analyseren en de huidige beleidsmaatregelen gezamenlijk te kunnen evalueren, rekening houdend met benchmarking en beste praktijken in de lidstaten.

die derzeit diskutierten verschiedenen Konzepte und Ansätze in Bezug auf "Mitwirkung" und die verschiedenen Konzepte von "Staatsbürgerschaft" zu prüfen und zu klären und dabei den für die Integration von Zuwanderern relevanten Gemeinschaftsbesitzstand sowie die Verfassungs- und Rechtsordnungen der Mitgliedstaaten zu berücksichtigen und Gedanken und Erfahrungen in Bezug auf die Einbürgerungssysteme der Mitgliedstaaten auszutauschen, zu prüfen, welchen zusätzlichen Nutzen es erbringen könnte, die Entwicklung gemeinsamer europäischer Module für die Integration von Zuwanderern zu einem eigenständigen Projekt zu machen, und sich dabei auf die Erfahrungen zu stützen, die auf einzelstaatlicher Ebene mit Einführungs- und Sprachkursen, der Einbeziehung der Aufnahmegesellschaft, der Förderung der Mitwirkung der Zuwanderer am lokalen Leben und verschiedenen anderen Aspekten des Integrationsprozesses gemacht wurden, zu prüfen, wie durch gezielt an die Aufnahmegesellschaft gerichtete Maßnahmen das Bild der Zuwanderung in der Öffentlichkeit verbessert und die öffentlichen Einrichtungen und die Medien besser in die Lage versetzt werden könnten, die durch die Zuwanderung bewirkte gesellschaftliche Vielfalt auf ausgewogene Weise widerzuspiegeln und zu behandeln, zu prüfen, wie Integrationsprogramme und integrationspolitische Maßnahmen dazu beitragen können, dass sozialer Entfremdung und Radikalisierung vorgebeugt wird, die Ausarbeitung gemeinsamer Indikatoren und Indizes zu fördern, die von den Mitgliedstaaten auf freiwilliger Grundlage genutzt werden könnten, um die Ergebnisse der Integrationspolitik zu bewerten.
de verschillende opvattingen en benaderingen ten aanzien van participatie en de verschillende opvattingen ten aanzien van burgerschap die onderwerp van discussie zijn te verkennen en te verduidelijken, rekening houdend met het acquis van de EG dat met de integratie van immigranten te maken heeft, het constitutionele bestel en de rechtsorde van de lidstaten alsook met de uitwisseling van ideeën en ervaringen inzake de door de lidstaten toegepaste naturalisatieregelingen; na te gaan welke meerwaarde de ontwikkeling van gemeenschappelijke Europese modules voor integratie van migranten als volwaardig project kan bieden in het licht van de ervaring die in de lidstaten is opgedaan met het opzetten van taalcursussen, de inschakeling van de samenleving van het gastland, het bevorderen van deelname van de immigranten aan het plaatselijke leven, en andere aspecten van het integratieproces; te onderzoeken welke maatregelen in het gastland het beeld dat er van migratie bestaat kunnen verbeteren, en de publieke instellingen en de media meer mogelijkheden kunnen geven de aan migratie verbonden diversiteit in de samenleving op evenwichtige wijze weer te geven en te begeleiden; na te gaan hoe de programma's en beleidsmaatregelen inzake integratie sociale vervreemding en radicalisering kunnen helpen voorkomen; de ontwikkeling te bevorderen van gemeenschappelijke indicatoren en indexen die de lidstaten op vrijwillige basis kunnen gebruiken om de resultaten van het integratiebeleid te evalueren.