(4) Die betreffenden natürlichen und juristischen Personen, Organisationen, Einrichtungen und Vereinigungen können im Zusammenhang mit dem Verbot nach Absatz 2 nicht haftbar gemacht werden, wenn sie nicht wussten und keinen Grund zu der Annahme hatten, dass sie mit ihrem Handeln gegen das Verbot verstoßen.“
4. Het in lid 2 neergelegde verbod brengt niet de aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in het geding, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou zijn op het verbod”.