(b) unterrichtet die Agentur die ESMA und die zuständige Finanzbehörde, wenn sie begründeten Anlass zu der Vermutung hat, dass auf Energiegroßhandelsmärkten Handlungen vorgenommen werden oder wurden, die einen Marktmissbrauch im Sinne der Richtlinie 2003/6/EG darstellen und sich auf Finanzinstrumente auswirken, die Artikel 9 dieser Richtlinie unterliegen,
b) stelt het Agentschap de EAEM en de betrokken bevoegde financiële autoriteit in kennis van redelijke vermoedens dat op groothandelsmarkten voor energie handelingen worden of zijn uitgevoerd die als marktmisbruik worden beschouwd in de zin van Richtlijn 2003/6/EG en die gevolgen hebben voor financiële instrumenten die onder artikel 9 van genoemde richtlijn vallen;