Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ein angesehener Mann
Ein geachteter Mann
Ein-Mann-Radar-Steuerstand
Empfängnisverhütung
Empfängnisverhütung durch den Mann
Empfängnisverhütung durch die Frau
Empfängnisverhütungsmethode
Empfängnisverhütungsmittel
Geschlechtspezifische Ungleichheiten
Gleichheit von Mann und Frau
Gleichstellung der Geschlechter
Impotenz
Index zum Geschlechtergefälle
Index zur Gleichstellung der Geschlechter
Kenntnis notwendig
Mann
Mann-Sievert
Notwendigkeit einer Kenntnis
Zeugungsunvermögen des Mannes

Vertaling van "wenn mann " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Grundsatz Kenntnis nur, wenn nötig | Kenntnis notwendig | Kenntnis nur, wenn nötig | Notwendigkeit einer Kenntnis

kennisnemingsbehoefte | need-to-know | noodzaak van kennisneming


ein angesehener Mann | ein geachteter Mann

man met een goede reputatie | man met goede naam


Ermangelung von Nachweisen oder wenn Nachweise widersprüchlich sind

ontstentenis van of tegenstrijdigheid tussen titels


Grundsatz des Rechts der Aussageverweigerung, wenn die Befürchtung besteht, sich selbst zu belasten

beginsel dat men niet tegen zichzelf getuigt.


Impotenz | Zeugungsunvermögen des Mannes

impotentie | onvermogen tot geslachtsgemeenschap






Gleichheit von Mann und Frau [ Geschlechtspezifische Ungleichheiten | Gleichstellung der Geschlechter | Index zum Geschlechtergefälle | Index zur Gleichstellung der Geschlechter ]

gelijke behandeling van man en vrouw [ gelijke behandeling van vrouwen en mannen | gelijkheid van vrouwen en mannen | gendergelijkheid | gendergelijkheidsindex | genderongelijkheid | genderongelijkheidsindex | ongelijke behandeling van vrouwen en mannen ]


Empfängnisverhütung [ Empfängnisverhütung durch den Mann | Empfängnisverhütung durch die Frau | Empfängnisverhütungsmethode | Empfängnisverhütungsmittel ]

anticonceptie [ anticonceptiemiddel | contraceptief | mannelijk voorbehoedmiddel | voorbehoedmiddel | vrouwelijk voorbehoedmiddel ]


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Außer wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich der Person hat, die es anerkannt hat, kann die Anerkennung der Mitmutterschaft vom Mann, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, von der Mutter, vom Kind, von der Frau, die das Kind anerkannt hat, und von der Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, vor dem Familiengericht angefochten werden.

Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning van het meemoederschap worden betwist voor de familierechtbank door de man die het vaderschap opeist, de moeder, het kind, de vrouw die het kind erkend heeft en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist.


In der Erwägung, dass in Artikel 2 des Dekrets vom 25. Mai 2003 vorgesehen wird, dass, jedes Mal, wenn ein oder mehrere Mandate als ordentliches Mitglied oder stellvertretendes Mitglied innerhalb eines beratenden Organs gemäß einem Vorstellungsverfahren zu gewähren sind, jede mit der Vorstellung von Kandidaturen beauftragte Instanz für jedes Mandat die Kandidatur von mindestens einem Mann und einer Frau vorstellt;

Overwegende dat artikel 2 van het decreet van 15 mei 2003 bepaalt dat telkens in een adviesorgaan één of meerdere gewone of plaatsvervangende mandaten ten gevolge van een voordrachtprocedure te begeven zijn, dient per mandaat, door elke voordragende instantie, de kandidatuur van minstens één man en één vrouw voorgedragen te worden;


Außer wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Ehemannes hat, kann die Vaterschaftsvermutung von der Mutter, dem Kind, dem Mann, hinsichtlich dessen die Abstammung feststeht, dem Mann, der die Vaterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, und der Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, vor dem Familiengericht angefochten werden.

Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist voor de familierechtbank door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat, de man die het vaderschap van het kind opeist en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist.


Vor seiner Aufhebung durch Artikel 23 des vorerwähnten Gesetzes vom 1. Juli 2006 bestimmte Artikel 320 des Zivilgesetzbuches: « Wird die aufgrund der Artikel 315 und 317 feststehende Vaterschaft nicht durch den Besitz des Standes bestätigt, kann das Kind mit der Ermächtigung des Gerichts erster Instanz seines Wohnsitzes von einem anderen Mann als dem Ehemann anerkannt werden: 1. wenn das Kind mindestens 180 Tage nach der Auflösung oder Erklärung der Nichtigkeit der Ehe der Mutter geboren ist, 2. wenn das Kind, mehr als 300 Tage nachd ...[+++]

Vóór de opheffing ervan bij artikel 23 van de voormelde wet van 1 juli 2006 bepaalde artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek : « Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317 niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het kind met machtiging van de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats, worden erkend door een andere man dan de echtgenoot : 1° ingeval het kind geboren is tenminste 180 dagen na de ontbinding of de nietigverklaring van het huwelijk van de moeder; 2° ingeval het kind geboren is meer dan 300 dagen na de inleidingszitting bedoeld in artikel 1258 van het Gerechtelijk Wetboek en geen proces-verbaal van ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Mit der vorliegenden Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof im Rahmen derselben Rechtssache gebeten, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 323 des Zivilgesetzbuches in der vor seiner Aufhebung durch Artikel 24 des Gesetzes vom 1. Juli 2006 geltenden Fassung mit den Artikeln 22 und 22bis der Verfassung zu äußern, insofern er dann, wenn die Vaterschaft kraft der Artikel 315 oder 317 desselben Gesetzbuches feststehe, es einem Kind nur in den in Artikel 320 dieses Gesetzbuches erwähnten Fällen erlaube, die Vaterschaft eines anderen Mannes als der Ehemann seiner Mutter durch Urteil feststellen zu ...[+++]

Met de onderhavige prejudiciële vraag wordt het Hof, in het kader van dezelfde zaak, verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006, met de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het, wanneer het vaderschap krachtens de artikelen 315 of 317 van hetzelfde Wetboek vaststaat, een kind enkel in de in artikel 320 van dat Wetboek bedoelde gevallen toestaat het vaderschap van een andere man dan de echtgenoot van zijn moeder bij vonnis te laten vaststellen.


Die fragliche Bestimmung verhindert, dass ein Kind, dessen Abstammung väterlicherseits aufgrund des Gesetzes vermutet wird, weil es während der Ehe seiner Mutter geboren wurde, bei Gericht beantragt, dass seine Abstammung einem anderen Mann gegenüber als dem Ehegatten seiner Mutter, der als sein biologischer Vater gilt, festgestellt wird, wenn es nicht eine der Bedingungen des vorerwähnten Artikels 320 des Zivilgesetzbuches erfüllt.

De in het geding zijnde bepaling staat eraan in de weg dat een kind, van wie de afstamming van vaderszijde krachtens de wet wordt vermoed omdat het tijdens het huwelijk van zijn moeder is geboren, aan de rechter vraagt om zijn afstamming vast te stellen ten aanzien van een andere man dan de echtgenoot van zijn moeder die als zijn biologische vader wordt voorgesteld, indien het niet voldoet aan een van de voorwaarden van het voormelde artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek.


Aus der fraglichen Bestimmung geht hervor, dass ein Mann, der mehr als drei Jahre lang beständig und affektiv mit der Adoptivmutter eines Kindes und diesem Kind zusammengelebt hat, ohne der Ehepartner oder der gesetzlich zusammenwohnende Partner dieser Frau zu sein, nicht mehr die Adoption dieses Kindes in seiner Eigenschaft als zusammenwohnender Partner beantragen kann, wenn das Zusammenleben beendet wurde, selbst wenn das Kind geboren wurde, während dieser Mann und diese Frau ein Paar bildeten, und selbst wenn die faktische Verbindu ...[+++]

Uit de in het geding zijnde bepaling blijkt dat de man die meer dan drie jaar op permanente en affectieve wijze heeft samengeleefd met de adoptiemoeder van een kind en met dat kind, zonder de echtgenoot van die vrouw te zijn of door een wettelijke samenwoning met haar verbonden te zijn, als samenwonende niet langer om de adoptie van dat kind kan verzoeken wanneer het samenleven is beëindigd, ook al is het kind geboren terwijl die man en die vrouw een paar vormden, en ook al is de feitelijke relatie tussen die man en dat kind sedert de opvang van het kind door zijn adoptiemoeder steeds die van een vader en zijn kind geweest.


« Verstößt Artikel 1595 Absatz 1 Nr. 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern sich daraus ergibt, dass ein Kaufvertrag unter Ehegatten erfolgen kann, wenn die Abtretung des Ehemanns an seine Frau, auch wenn er von ihr nicht getrennt ist, einen rechtmäßigen Grund hat, wie zum Beispiel die Wiederanlegung ihrer veräußerten Immobilien oder ihr gehörender Gelder, insofern diese Immobilien oder diese Gelder nicht in die Gütergemeinschaft fallen, während kein Kaufvertrag unter Ehegatten erfolgen kann, wenn die Abtretung der Eh ...[+++]

« Schendt het art. 1595, lid 1, 2e B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre daaruit volgt dat een koopcontract tussen echtgenoten kan worden aangegaan wanneer de overdracht die de man doet aan zijn vrouw, zelfs als hij van haar niet gescheiden is, een wettige oorzaak heeft, zoals de wederbelegging van haar vervreemde onroerende goederen of van penningen die haar toebehoren, indien die onroerende goederen of penningen niet in de gemeenschap vallen, terwijl geen koopcontract kan worden aangegaan tussen echtgenoten wanneer de overdracht die de vrouw doet aan haar man, zelfs als zij van hem niet gescheiden is, een wettige oorza ...[+++]


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel 1595 Absatz 1 Nr. 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern sich daraus ergebe, dass ein Kaufvertrag unter Ehegatten erfolgen könne, wenn die Abtretung des Ehemanns an seine Frau, auch wenn er von ihr nicht getrennt sei, einen rechtmäßigen Grund habe, wie zum Beispiel die Wiederanlegung ihrer veräußerten Immobilien oder ihr gehörender Gelder, insofern diese Immobilien oder diese Gelder nicht in die Gütergemeinschaft fielen, während kein Kaufvertrag unter Ehegatten erfolgen kö ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 1595, eerste lid, 2°, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre daaruit volgt dat een koopcontract tussen echtgenoten kan worden aangegaan, wanneer de overdracht die de man doet aan zijn vrouw, zelfs als hij van haar niet is gescheiden, een wettige oorzaak heeft, zoals de wederbelegging van haar vervreemde onroerende goederen of van penningen die haar toebehoren, indien die onroerende goederen of penningen niet in de gemeenschap vallen, terwijl geen koopcontract kan worden aangegaan tussen echtgenoten, wanneer de overdracht die de vrouw ...[+++]


Derselbe Artikel bestimmt auch, dass die Klage auf gerichtliche Feststellung der Vaterschaft als unbegründet abgewiesen wird, wenn gegen diese Klage Einspruch erhoben wird und die Feststellung der Abstammung nicht im Interesse des Kindes ist ( § 2), wenn erwiesen ist, dass derjenige beziehungsweise diejenige, dessen beziehungsweise deren Abstammung ermittelt wird, nicht der biologische Vater beziehungsweise die biologische Mutter des Kindes ist ( § 3), oder wenn gegen den Mann, der die Klage einreicht, Strafverfolgung wegen Vergewalti ...[+++]

Hetzelfde artikel bepaalt ook dat de vordering tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap als ongegrond wordt afgewezen wanneer tegen die vordering verzet wordt aangetekend en de vaststelling van de afstamming strijdig is met de belangen van het kind ( § 2), wanneer het bewijs wordt geleverd dat degene wiens afstamming wordt onderzocht niet de biologische vader of moeder van het kind is ( § 3) of wanneer tegen de man die de vordering indient, een strafvordering is ingesteld wegens verkrachting ( § 4).


w