Für die Beurteilung der Streitsachen bezüglich der sozialen Sicherheit wurde hingegen diese Eigenschaft als Arbeiter oder Angestellter als weniger relevant angesehen, und aus diesem Grund « bestehen die Kammern, die über Streitsachen in diesen Angelegenheiten befinden, aus einem Präsidenten, einem Beisitzer, der Arbeitgeber ist, und einem Beisitzer, der Arbeitnehmer ist, entweder Arbeiter oder Angestellter » (ebenda).
Daarentegen werd voor de beslechting van de geschillen met betrekking tot de sociale zekerheid die hoedanigheid van arbeider of bediende minder relevant geacht, reden waarom « de kamers die uitspraak doen over geschillen in deze aangelegenheden bestaan uit een voorzitter, een assessor-werkgever en een assessor-werknemer, arbeider of bediende » (ibid. ).
