3. ist der Auffassung, dass ausreichende Ressourcen für die Kohäsionspolitik der EU bereitgestellt gestellt werden müssen, damit die Gemeinschaft die reale Konvergenz verwirklichen und erfolgreich regionale und intraregionale Unterschiede sowie anhaltende Ungleichheiten in Bereichen wie der Beschäftigung, der Verkehrsinfrastruktur, der Zugänglichkeit und der innovativen Kapazität sowie die technologische Kluft zwischen den ent
wickelteren und den weniger begünstigten Regionen bewältigen kann; unterstreicht insbesondere die Rolle der Kohäsionspolitik bei dem Bemühen, den Regionen – z.B. Berggebie
ten, Inseln, gering ...[+++]bevölkerten Gebieten und Grenzgebieten – Hilfestellung dabei zu leisten, ihre dauerhaften geographischen und strukturbedingten Nachteile auszugleichen; hält eine solide und angemessen finanzierte Kohäsionspolitik ferner für eine wesentliche Voraussetzung für die erfolgreiche Bewältigung künftiger Erweiterungen; 3. meent dat er voldoende financiële middelen voor het cohesiebeleid van de Europese unie beschikbaar gesteld moeten worden, zodat de Gemeenschap reële convergentie kan bereiken en met succes regionale en intraregionale verschillen en blijvende ongelijkheden in de werkgelegenheid, transportinfrastructuur, bereikbaarheid, innoverende mogelijkheden, en de technologische kloof tussen ontwikkelder en
minder begunstigde gebieden te lijf kan gaan ; wijst in het bijzonder op de rol van het cohesiebeleid om gebieden als bergstr
eken, eilanden, dun bevolkte en grensg ...[+++]ebieden hun permanente geografische en structurele belemmeringen te helpen neutraliseren; beschouwt een krachtig en degelijk gefinancierd cohesiebeleid ook als essentiële voorwaarde om toekomstige uitbreidingen met succes te kunnen verwerken