Die meisten Mitgliedstaaten betonen, dass Schulen, Ausbildungszentre
n und Universitäten weltoffen sein müssen: sie
müssen die Kontakte zu ihrer örtlichen Umgebung
intensivieren (vor allem mit Unternehmen und Arbeitgebern, um deren Bedarf besser kennen zu lernen und die Beschäftigungsfähigkeit der Lernenden zu verbessern); sie
müssen eine offene Geisteshaltung gegenüber anderen Ländern, gegenüber Europa und gegenüber der ganzen Welt sicherstellen (z. B. durch Fremdsprachen
...[+++]unterricht und Mobilität).De meeste lidstaten benadrukken dat scholen, scholingscentra en universiteiten moeten openstaan voor de wereld: zij moeten hun contacten met de plaatselijke omgeving (vooral met bedrijven en werkgevers om een beter inzicht te kunnen verkrijgen in de behoeften van de werkgevers en daardoor de lerenden betere kansen op werk te bieden) versterken; zij moeten zich inzetten voor een open instelling ten opzichte van andere landen, Europa en de wereld in het algemeen (bijvoorbeeld door middel van vreemdetalenonderwijs en mobiliteit).