26. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, bei ihren bilateralen Kontakten mit Mitgliedern des UNHRC auf eine positive Entwicklung der Tagesordnung des UNHRC zu drängen; ist sich im Klaren darüber, dass das Parlament und die Europäische Union weiterhin Bündnisse außerhalb Genfs schließen müssen, insbesondere mit einflussreichen Staaten; ist der Auffassung, dass das Parlament weiterhin regelmäßig UNHRC-Tagungen beiwohnen muss;
26. dringt er bij de lidstaten op aan, om in hun bilaterale betrekkingen met de UNHRC-leden ervoor te zorgen dat de agenda van de UNHRC onder de aandacht komt; erkent dat het Parlement en de EU verder moeten gaan met het vormen van verbintenissen buiten Genève, in het bijzonder met invloedrijke staten; neemt in aanmerking dat het Parlement de vergaderingen van de UNHRC met regelmaat moeten blijven bijwonen;
