Traduction de «weiterbildung befinden » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

AusbildungsleiterIn | Leiterin der betrieblichen Aus- und Weiterbildung | Leiter der betrieblichen Aus- und Weiterbildung | Leiter der betrieblichen Aus- und Weiterbildung/Leiterin der betrieblichen Aus- und Weiterbildung
opleidingsadviseur voor bedrijven | opleidingsfunctionaris (p&o) | opleidingsadviseur in ondernemingen | opleidingsfunctionaris

berufliche Weiterbildung | Fortbildung | ständige Weiterbildung | Weiterbildung
bij- en nascholing

Erhebung über die berufliche Weiterbildung | Gemeinschaftserhebung zur beruflichen Weiterbildung | GEBW [Abbr.]
enquête naar de voortgezette beroepsopleiding | enquête voortgezette beroepsopleiding | CVTS [Abbr.]

berufliche Weiterbildung | fortlaufende berufliche Weiterbildung
bij- en nascholing

befinden
bevinden

einstimmig befinden
met eenparigheid van stemmen beslissen

befinden (sich)
gevestigd zijn

Erwachsenen- und Weiterbildung | Erwachsenenbildung
volwassenenonderwijs

für die persönliche Weiterbildung in der Psychotherapie sorgen
persoonlijke ontwikkeling in de psychotherapie garanderen | persoonlijke ontwikkeling in de psychotherapie waarborgen

Ausbildung am Arbeitsplatz [ Ausbildungsvertrag | betriebliche Weiterbildung | innerbetriebliche Ausbildung | Personalausbildung | Training on the Job ]
praktijkopleiding [ voortgezette beroepsopleiding | vorming van het personeel ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Im Rahmen des Jugendgarantie-Systems: Verbessern der Sensibilisierungsmaßnahmen, die an junge Menschen, darunter auch junge Menschen mit Migrationshintergrund, gerichtet sind, die sich weder in Beschäftigung noch in Aus- oder Weiterbildung befinden
De outreachactiviteiten ten aanzien van kwetsbare jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen, onder wie personen met een migratieachtergrond, verbeteren, in het kader van de jongerengarantieregelingen.

Schließlich ist eine frühzeitige Aktivierung und Einbeziehung gefährdeter junger Menschen, die sich weder in Beschäftigung noch in Aus- oder Weiterbildung befinden (NEETs), einschließlich junger Drittstaatsangehöriger, eine entscheidende Voraussetzung für eine rasche Integration in Bezug auf Bildung, Lehrstellen, Praktika oder den Arbeitsmarkt.
Tot slot moet werk worden gemaakt van het vroegtijdig activeren en ondersteunen van kwetsbare jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen, met inbegrip van jonge onderdanen van derde landen, om ervoor te zorgen dat zij snel een opleiding beginnen te volgen of een leerlingplaats, stageplaats of baan vinden.

33. bedauert, dass diese positive Entwicklung nicht mit einer Steigerung der Qualität der Bildungssysteme einhergeht, was hauptsächlich auf die Kürzungen öffentlicher Mittel zurückzuführen ist, und dass sich dadurch die Probleme von jungen Menschen, die sich nicht in Ausbildung, Beschäftigung oder Weiterbildung befinden (NEETs) und von Kindern mit besonderen Bedürfnissen verschärfen; stellt fest, dass diese Maßnahmen praktische Folgen für die Qualität der Bildung sowie der verfügbaren materiellen und personellen Ressourcen, Klassengrößen, Lehrpläne und Schulausrichtungen haben könnten;
33. betreurt het feit dat, met name vanwege de besnoeiingen in de overheidsfinanciering, de kwaliteit van de onderwijsstelsels deze positieve ontwikkeling niet volgt, waardoor de problemen waarmee jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's) en kinderen met bijzondere behoeften te kampen hebben, nog groter worden; merkt op dat deze maatregelen concrete gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van het onderwijs alsook voor het beschikbare materiaal en personeel, het aantal leerlingen per klas, de leerplannen en de centralisering van scholen;

unter 25-Jährige, die sich innerhalb von vier Monaten nach dem Verlassen der Schule in Beschäftigung oder in einer Aus- oder Weiterbildung befinden
- mensen jonger dan 25 jaar die binnen vier maanden na de school te hebben verlaten een baan hebben, onderwijs of een opleiding volgen of zich omscholen

Art. 2 - Zur Anwendung des vorliegenden Erlasses gelten folgende Definitionen: 1° Verwaltung: die Verwaltung im Sinne von Artikel D. 3 Ziffer 3 des Gesetzbuches; 2° Bienenzüchtervereinigung: die Vereinigung, die in Form einer VoG oder einer Hobbyistenvereinigung nach Artikel D. 100 des Gesetzbuches gegründet worden ist und sich aus Bienenzüchtern zusammensetzt; 3° Ausbildungszentrum für Bienenzüchter: das in Artikel D. 105 des Gesetzbuches erwähnte Ausbildungszentrum, das Ausbildungen in Bienenzucht nach Artikel 4 und Artikel 11 § 2 des Gesetzbuches organisiert; 4° Gesetzbuch: das Wallonische Gesetzbuch über die Landwirtschaft; 5° Referat: die Ausführungen, die sich auf einen spezifischen Bereich der Bienenzucht beziehen, gefolgt von einer Fragerunde, und die darauf abzielen, zur Weiterbildung der Bienenzüchter beizutragen; 6° Referent für Bienenzucht: der Ausbilder im Bereich der Bienenzucht, der theoretische Unterrichte erteilt oder Referate hält; 7° Grundausbildung: die Ausbildung, die durch die Organisation von praktischen und theoretischen Lehrgängen auf den Erwerb von Kenntnissen und Kompetenzen auf dem Gebiet der Bienenzucht abzielt, die ein für die Ausübung einer Tätigkeit im Bereich der Bienenzucht erforderliches Fundament an Grundwissen bilden; 8° Einführungslehrgang: das Bildungsmodel "Sensibilisierung für die Biene und die Bienenzucht", das vor der Grundausbildung organisiert wird und darauf abzielt, diese einzuführen, um so den Teilnehmern eine Orientierung zu bieten; 9° Spezialisierungslehrgang: die Ausbildung, die durch die Organisation von theoretischen und gegebenenfalls praktischen Lehrgängen im Hinblick auf die Professionalisierung einer Tätigkeit im Bereich der Bienenzucht auf die Entwicklung und Vertiefung der im Rahmen einer Grundausbildung erlangten Kenntnissen und Kompetenzen abzielt; 10° Sozialinspektion: die Direktion der Sozialinspektion der Abteilung Inspektion der operativen Generaldirektion Wirtschaft, Beschäftigung und Forschu ...
Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de Administratie : de Administratie zoals bedoeld in artikel D.3, 3°, van het Wetboek; 2° de vereniging voor bijenteelt: de vereniging, waarvan de juridische vorm een vzw is of en beroepsvereniging van liefhebbers bedoeld in artikel D. 100 van het Wetboek, samengesteld uit bijenhouders; 3° het scholingscentrum voor bijenteelt: het scholingscentrum bedoeld in artikel D. 105 van het Wetboek, dat opleidingen in bijenteelt organiseert zoals bepaald in de artikelen 4 en 11, § 2, van het Wetboek; 4° het Wetboek: het Waals Landbouwwetboek; 5° de lezing: de uiteenzetting die betrekking heeft op een bepaald bijenonderwerp, gevolgd door een vraag- en antwoordgesprek en dat tot doel heeft om deel te nemen aan de voortgezette opleiding van de bijenhouders; 6° de spreker inzake bijenteelt : de opleider inzake bijenteelt die de theoretische cursussen of de lezingen verstrekt; 7° de basiscursus: de opleiding die het vergaren beoogt, door de organisatie van theoretische en praktische cursussen, van kennis en vaardigheden inzake bijenteelt, die een sokkel van basiskennis voor de uitoefening van een bijenactiviteit vormen; 8° de initiatiecursus: de sensibiliseringsmodule inzake bijen en bijenteelt die, georganiseerd voorafgaand aan een basiscursus, laatstgenoemde gaat inleiden om de kandidaten deelnemers te oriënteren; 9° de specialisatiecursus: de opleiding die de ontwikkeling en de diepere kennis beoogt, door de organisatie van theoretische en, desgevallend, praktische cursussen, van kennis en vaardigheden opgedaan in het kader van een basiscursus, met als doel de professionalisering van een activiteit inzake bijenteelt; 10° de sociale inspectie: de Directie Sociale Inspectie van het Departement Inspectie van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst; 11° de Minister: de Minister van Landbouw; 12° de deelnemer : elke persoon bedoeld in artikel D.98, ...

Quote junger Menschen, die sich weder in Beschäftigung noch in Aus- oder Weiterbildung befinden (NEET)
Percentage jongeren die geen werk hebben, geen onderwijs of opleiding volgen (NEET)

Anteil der 18-24-Jährigen, die höchstens einen Abschluss der Sekundarstufe I haben und sich nicht in Aus- oder Weiterbildung befinden
Bevolking in de leeftijd 18-24 met hoogstens lager middelbaar onderwijs en niet in vervolgonderwijs of -opleiding

Der Anteil junger Menschen, die sich nicht in Ausbildung, Beschäftigung oder Weiterbildung befinden, variiert von etwa 4 % in Dänemark und den Niederlanden bis zu 16 und 20 % in Italien, Zypern und Bulgarien.
Het percentage jongeren dat geen opleiding volgt, geen baan heeft of stage loopt, varieert van ongeveer 4 procent in Denemarken en Nederland tot 16 à 20 procent in Italië, Cyprus en Bulgarije.

20. betont die Notwendigkeit, Maßnahmen zur besseren Vereinbarkeit von Beruf und Familie zu verabschieden, die nicht nur die Arbeitnehmer, sondern auch junge Menschen betreffen, die sich in der studentischen bzw. beruflichen Aus , Fort- oder Weiterbildung befinden, damit sie ihre Ausbildungsziele und ihre Familienwünsche miteinander vereinbaren können;
20. beklemtoont de noodzaak beleidsmaatregelen te treffen, niet alleen om werknemers in staat te stellen beroeps- en gezinsleven te combineren, maar ook om jongeren die hoger of beroepsonderwijs genieten of zich nog in de opleidingsfase bevinden de mogelijkheid te bieden hun leerambities te verzoenen met hun gezinswensen;