Die Erbringer von Kommunikations-, Navigations- oder Überwachungsdiensten müssen darlegen können, dass ihre Arbeitsmethoden und Betriebsverfahren den Standards entsprechen, die in Anhang 10 über den Flugfernmeldedienst des Abkommens über die Internationale Zivilluftfahrt in den folgenden Fassungen festgelegt sind, so weit diese für die Erbringung von Kommunikations-, Navigations- oder Überwachungsdiensten im betroffenen Luftraum relevant sind:
Verleners van communicatie-, navigatie- of surveillancediensten moeten kunnen aantonen dat hun werkmethoden en operationele procedures voldoen aan de normen van bijlage 10 (luchtvaarttelecommunicatie) bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, in de onderstaande versies, voor zover deze van belang zijn voor de verlening van communicatie-, navigatie- of surveillancediensten in het betrokken luchtruim: