(3) Alle Aufzeichnungen werden in geeigneter Weise vor unbefugtem Zugriff und Missbrauch geschützt und nach einer Frist von einem Jahr nach Ablauf der Fünfjahresfrist für die Speicherung der Daten nach Artikel 20 Absatz 1 der VIS-Verordnung gelöscht, sofern sie nicht für bereits eingeleitete Kontrollverfahren nach Absatz 2 des vorliegenden Artikels erforderlich sind.
3. De geregistreerde gegevens moeten met passende maatregelen tegen ongeoorloofde toegang en tegen misbruik worden beschermd en één jaar na het verstrijken van de in artikel 20, lid 1, van de VIS-verordening bedoelde bewaringstermijn van vijf jaar worden verwijderd, tenzij zij nodig zijn voor reeds begonnen controleprocedures als bedoeld in lid 2 van dit artikel .