Damit der Verbraucher die Form der Ware selbst als herkunftskennzeichnend wahrnehme, reiche es nicht aus, dass sie sich von allen anderen auf dem Markt befindlichen Warenformen in irgendeiner Weise unterscheide, sondern sie müsse eine wie auch immer geartete, die Aufmerksamkeit erregende „Besonderheit“ aufweisen.
Wil de consument de vorm zelf als een aanduiding van de herkomst van de waar opvatten, dan moet deze niet alleen op enigerlei wijze afwijken van alle andere op de markt beschikbare vormen van waren, doch tevens een bepaalde „bijzonderheid” hebben die de aandacht trekt.