Die Messung dieser Wegstrecken muss unter den normalen Prüfbedingungen erfolgen (vgl. Teil VI Nummer 4 dieses Anhangs) und wird in folgender Form ausgedrückt: 1 = . mm.
Het meten van deze afstanden moet plaats vinden onder normale beproevingsomstandigheden (zie deel VI, punt 4, van deze bijlage) en wordt als volgt uitgedrukt: 1 = . mm.