(3) Ein Mitgliedstaat kann in transparenter und nichtdiskriminierender Weise unte
r außergewöhnlichen Umständen vorübergehend eine auf höchstens zehn Jahre befristete Ausnahme von der Anwendung der Bestimmungen dieser Verordnung auf bestimmte Verkehrsdienste oder bestimmte Streckenabschnitte gewähren, insbesondere von den Bestimmungen der Artikel 9, 10, 17 und 18, wenn die sofortige oder kurzfristige Durchführung dieser Verordnung aufgrund dieser außerge
wöhnlichen Umstände wegen der erforderlichen erhebliche
n Investit ...[+++]ionen und konkreter Schwierigkeiten bei der Durchführung der erforderlichen Anpassung der Eisenbahnstrukturen und der Modernisierung der Fahrzeuge nicht möglich ist.
3. Een lidstaat kan, op een transparante en niet-discriminerende wijze, voor een maximale periode van tien jaar, in uitzonderlijke omstandigheden die de onmiddellijke of kortetermijnuitvoering van deze verordening belemmeren wegens belangrijke noodzakelijke investeringen en praktische problemen bij de aanpassing van de spoorwegstructuur en de modernisering van het rollend materieel, tijdelijke vrijstelling toekennen voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening, met name de bepalingen van de artikelen 9, 10, 17 en 18 betreffende bepaalde diensten of specifieke trajectgedeelten.