Die Massnahme, die den Abzug der für die Lieferung, die Einfuhr und den innergemeinschaftlichen Erwerb von Personenkraftwagen, einschliesslich der sowohl für den Personen- als auch den Warentransport verwendbaren Fahrzeuge sowie für auf diese Fahrzeuge sich beziehenden Waren und Dienstleistungen, entrichteten Steuern auf 50 % begrenzt, ist nicht unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.
De maatregel die de aftrek van de belastingen betaald voor de levering, de invoer en de intracommunautaire verwerving van automobielen voor personenvervoer, met inbegrip van de voertuigen die zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer kunnen dienen, en voor goederen en diensten met betrekking tot die voertuigen tot 50 pct. beperkt, is niet strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.