Spezifizierte Waren dürfen erst dann in eines der in Artikel 4 Absatz 16 Buchstaben a, d, e, f oder g der Verordnung (EWG) Nr. 2913/92 aufgeführten Zollverfahren überführt werden, wenn die Förmlichkeiten gemäß Artikel 3 abgeschlossen sind.
Specifieke goederen kunnen alleen aan een van de douaneregelingen zoals bepaald in artikel 4, lid 16, onder a), d), e), f) en g), van Verordening (EEG) nr. 2913/92 onderworpen worden wanneer voldaan is aan de in artikel 3 bepaalde formaliteiten.