Traduction de «war ja nicht » (Allemand → Néerlandais) :

Es war ja nicht so schwierig wie bei den Personenkraftwagen, weil es ein nicht so emotionales Thema ist.
Het was niet zo moeilijk als bij de personenauto's, omdat dit een minder emotioneel onderwerp is.

Es war ja nicht so, dass an dieser Geschichte nichts dran war, sondern es war so, dass die österreichische Staatsanwaltschaft diese Ermittlungsergebnisse von OLAF nicht aufgreifen wollte. Das erleben wir ja nun öfter.
Het is niet juist dat er helemaal niets aan de hand was, maar het Oostenrijks openbaar ministerie heeft de onderzoeksresultaten van OLAF niet willen oppakken.

Doch von einem Befürworter der sowjetischen Invasion in Ungarn war ja nichts anderes zu erwarten.
Maar van iemand die de Sovjet-Russische inval in Hongarije goedkeurt, kun je ook niets anders verwachten.

Das Nein zum damaligen Verfassungsentwurf in Frankreich und in den Niederlanden war ja nicht in der Angst vor einem Superstaat, sondern auch gerade in der Angst vor einem unsozial verfassten Europa begründet, und diese Sorge dürften Sie mit dem in Brüssel erreichten Kompromiss, mit den Halbheiten, den vertagten Problemen und auch mit dem erlebten Machtpoker um die Stimmengewichtung nicht kleiner gemacht haben.
Frankrijk en Nederland zeiden geen “nee” tegen de toenmalige ontwerpgrondwet uit angst voor een superstaat, maar uit angst voor een Europa dat geen sociaal Europa zou zijn. Waarschijnlijk neemt het compromis van Brussel deze angst niet weg, met zijn halfslachtige maatregelen, de vooruitgeschoven problemen en het machtsspelletje dat we zagen rond de kwestie van de stemmenweging.

Das war ja nicht der Anfang der Debatte. Wir und verschiedene andere Kolleginnen und Kollegen kennen uns ja schon aus dem vergangenen Parlament aus der ersten Lesung, wo all dies schon sehr kompliziert war.
Het debat is natuurlijk al langer aan de gang. Wij, en ook verschillende andere afgevaardigden, kennen elkaar nog van de eerste lezing in de vorige zittingsperiode, toen dit alles ook al heel gecompliceerd was.

Art. 16 - Für die vor dem Inkrafttreten vorliegenden Dekrets eingereichten Genehmigungsanträge befindet die im Sinne von Artikel D.49 1° zuständige Behörde unter Androhung der Nichtigkeit ihres Beschlusses aber unbeschadet der Änderungsbefugnis der nach erhobenem Einspruch zuständigen Behörde ausdrücklich darüber, ob unter Berücksichtigung der in Artikel D.66 § 2 erwähnten relevanten Auswahlkriterien eine Umweltverträglichkeitsprüfung notwendig war oder nicht; falls ja, wird die beantragte Genehmigung verweigert.
Art. 16. Voor de vergunningsaanvragen ingediend vóór de inwerkingtreding van dit decreet doet de in de zin van artikel D.49, 1°, bevoegde overheid, op straffe van nietigverklaring van haar beslissing maar onverminderd de herzieningsbevoegdheid van de overheid bevoegd voor beroepen, uitdrukkelijk uitspraak over de noodzaak al dan niet een effectonderzoek uit te voeren, rekening houdende met de relevante selectiecriteria bedoeld in artikel D.66, § 2. Zo ja weigert ze de aangevraagde vergunning toe te kennen.

Im Fall der staatlichen Beihilfe C 25/2004, die Gegenstand der Entscheidung 2006/513/EG (24) war, hatte die Kommission T-System nicht zu den Begünstigten gezählt, weil es nicht möglich war, genau festzustellen, ob Mittel — und wenn ja in welcher Höhe — an diese Gesellschaft geflossen waren.
In de zaak van Steunmaatregel nr. C 25/2004 waarop Beschikking 2006/513/EG ziet (24), heeft de Commissie T-System uitgesloten van de groep begunstigden, omdat niet met zekerheid viel te bepalen of er sprake was van staatssteun, noch welk bedrag deze onderneming dan wel had ontvangen.

Die italienischen Behörden argumentieren hinsichtlich der Einleitung des Prüfverfahrens, dass es im Unterschied zur Entscheidung des Gerichtshofs in der Rechtssache Niederlande/Kommission (23) nicht einmal einen wirtschaftlichen Anreiz zur Subventionierung der Fernsehkunden durch die begünstigten Gesellschaften gab, da a) diese ja die Betreiber sind, die bereits auf dem Markt etabliert sind und somit kein Interesse an der Beendigung des Übergangs zum digitalen Fernsehen haben, da sie sich, wenn dieser Übergang abgeschlossen ist, einer stärkeren Konkurrenz stellen müssten, da die mit digitaler Technologie ausgestatteten Verbraucher ihre Programme von wesentlich mehr Anbietern beziehen können; b) der Markt für Pay-per-view-Fernsehen noch zu klein war, um einen eventuellen Verlust dieser Art ausgleichen zu können, und nicht der einzige Grund für die Subventionierung des Kaufs eines Decoders durch die Konsumenten sein kann, wenn man berücksichtigt, welcher prozentuelle Anteil der Einnahmen 2004 und 2005 auf den Pay-per-view-Sektor entfiel; c) der Termin für die Einstellung der Übertragungen in Analogtechnologie („Switch-off“) gar nicht zuverlässig feststand, und es ohne eine kritische Masse an Konsumenten nicht möglich ist, diesen Switch-off vorzunehmen.
Italië betoogt dat, anders dan hetgeen het Hof van Justitie in zaak C-382/99 oordeelde (23), er bij de inleiding van de procedure voor de begunstigden zelfs geen economische prikkel bestond om de consumenten te subsidiëren, aangezien: a) de begunstigden gevestigde exploitanten zijn en dezen er geen enkel belang bij hebben de overschakeling naar digitale televisie tot een goed einde te brengen, omdat zij na de overschakeling het hoofd zullen moeten bieden aan een fellere concurrentie daar de consumenten met digitale technologie tot een veel groter aantal concurrenten toegang krijgen; b) de pay-per-view-markt veel te beperkt van omvang was om een eventueel verlies van dit type te compenseren en niet de enige reden kan zijn om de aanschaf van decoders door de consument te subsidiëren, gelet op het percentage inkomsten uit pay-per-view in 2004 en 2005, en c) de deadline die voor de stopzetting van analoge uitzendingen (switch off) is vastgesteld, onvoldoende haalbaar was, omdat, bij gebreke van een bepaalde massa consumenten, dergelijke switch off niet kon plaatsvinden.

Das Gericht ist der Auffassung, dass die Frage, ob im vorliegenden Fall eine Zuständigkeitsüberschreitung der Flämischen Region vorliegt und ob - falls ja - die Flämische Region ' implizit zuständig ' war oder nicht, nicht durch die ordentlichen Gerichte beantwortet werden kann, wohl aber durch den Schiedshof als Antwort auf eine präjudizielle Frage.
De rechtbank is van oordeel dat het antwoord op de vraag of er ten deze bevoegdheidsoverschrijding door het Vlaamse Gewest is, en - in bevestigend geval - of het Vlaamse Gewest al dan niet ' impliciet bevoegd ' was, niet door de gewone rechtbanken kan worden gegeven, doch wel door het Arbitragehof in antwoord op een prejudiciële vraag.

In der sechsten präjudiziellen Frage wird der Hof gefragt, ob die Flämische Region befugt war, den Interkommunalen die Abgabe bezüglich des Schutzes des Oberflächenwassers gegen Verschmutzung aufzuerlegen, und falls ja, ob gegen den Gleichheitsgrundsatz dadurch verstossen wurde, dass die Interkommunalen in der Brüsseler und der Wallonischen Region nicht der gleichen Abgabe unterliegen.
In de zesde prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of het Vlaamse Gewest bevoegd was om de intercommunales aan de heffing inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging te onderwerpen en zo ja, of het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden doordat de intercommunales in het Brusselse en Waalse Gewest niet aan eenzelfde heffing zouden zijn onderworpen.