22. erinnert daran, dass das positive Umwelt-Image des Kurzstreckenseeverkehrs insbesondere in Bezug auf die Wasser- und Luftverschmutzung gefördert we
rden muss, und dass deshalb Umweltmindestanforderungen wie der Einsatz schwefelarmer Brennstoffe und Emissionsgrenzen (für den Ausstoß von SOx, NOx, CO2 usw..) in die Luft und in
s Wasser festgelegt werden müssen; vertritt die Auffassung, dass auch der Förderung des sogenannten "Clean Ship"- Konzeptes, das auf der fünften Nordsee-Ministerkonferenz im Jahre 2002 angenommen worden war, gr
...[+++]ößeres Gewicht beigemessen werden sollte;
22. herinnert aan de noodzaak om het milieuvriendelijke imago van de korte vaart te bevorderen, meer bepaald op het gebied van water- en luchtvervuiling, en daarom minimummilieuvereisten vast te leggen, zoals het gebruik van brandstof met een laag zwavelgehalte en grenzen voor de emissie in lucht (SOx, NOx, CO2,...) en water; verder moet meer aandacht geschonken worden aan de promotie van het 'Clean Ship Concept', zoals aangenomen tijdens de vijfde Noordzeeconferentie in 2002;