Wiederholte Verstöße gegen das Seerechtsübereinkommen der Vereinten Nationen und das Übereinkommen der Vereinten Nationen über Fischbestände sowie die einseitige Missachtung der Verpflichtungen zur Zusammenarbeit, die den Küstenstaaten von regionalen Fischereiorganisationen (RFO) mit dem Ziel der verantwortungsvollen Bewirtschaftung gebietsübergreifender Bestände und von Beständen weit wandernder Arten auferlegt werden, machen ein eigenes Rechtsinstrument erforderlich, mit dem die EU auf das unkooperative Verhalten der betreffenden Staaten reagieren kann.
Herhaalde inbreuken op het VN-Verdrag inzake het recht van de zee en de Overeenkomst van de VN inzake visbestanden, en eenzijdige maatregelen die in strijd zijn met de door regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) vastgestelde samenwerkingscriteria voor kuststaten met het oog op een verantwoordelijk beheer van grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden, vragen om een adequaat wetsinstrument dat de EU in staat stelt te reageren wanneer de betrokken staten onvoldoende medewerking verlenen.