Traduction de «wahlperiode keine europäischen » (Allemand → Néerlandais) :

69. bekundet seine Unterstützung für die Maßnahmen, die ergriffen wurden, um die Beendigung der Verträge von etwa 1 700 akkreditierten parlamentarischen Assistenten angesichts des Übergangs von der VII. zur VIII. Wahlperiode organisatorisch abzuwickeln, insbesondere die Anwendung „APA-People“; vertritt jedoch die Ansicht, dass einigen Dienststellen, die für die Einstellung der akkreditierten parlamentarischen Assistenten in bestimmten Bereichen zuständig sind, mehr Verwaltungspersonal hätte zugewiesen werden sollen, damit dies rascher und effizienter vonstatten geht; unterstreicht, dass nicht genügend Personal abgestellt wurde und nicht genügend technische Mittel bereitgestellt wurden, um die Verzögerungen bei der Unterzeichnung der Verträge einiger Assistenten, Vertragsunterbrechungen und Verzögerungen bei der Erstattung von Auslagen und der Zahlung von Zulagen und demzufolge bei der Auszahlung der Gehälter zu verhindern; erkennt gleichwohl an, dass sich die Abwicklung gegenüber 2009 spürbar verbessert hat, wobei das Parlament weiter daran arbeiten muss, dass seine Einstellungsverfahren rascher und reibungsloser vonstatten gehen; ist darüber besorgt, dass für die akkreditierten parlamentarischen Assistenten, deren Ansprüche gemindert wurden, da ihre Arbeitsverträge wegen der vorgezogenen Wahl zum Europäischen Parlament um mindestens einen Monat verkürzt wurden, keine Lösung gefunden wurde; betont, dass die Bestimmungen über die für den Erwerb eines Ruhegehaltsanspruchs notwendigen Zeiten an die tatsächliche Dauer der Wahlperioden angepasst werden müssen;
69. spreekt zijn steun uit voor de maatregelen die genomen zijn om de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten van zo'n 1 700 geaccrediteerde parlementaire medewerkers in goede banen te leiden in de aanloop naar het einde van de zevende en het begin van de achtste zittingsperiode, en in het bijzonder de applicatie "APA-People"; is echter van mening dat aan enkele van de diensten die betrokken zijn bij de procedure voor de aanwerving van geaccrediteerde parlementaire medewerkers meer personeel had moeten worden toegewezen om deze sneller en efficiënter te maken; onderstreept dat de ter beschikking gestelde personele en technische middelen onvoldoende waren om vertraging bij het sluiten van contracten van enkele medewerkers en zelfs enkele contractverbrekingen, alsmede vertraging bij de berekening van de dagvergoedingen en andere toelagen en dientengevolge de betaling van salarissen, te voorkomen; erkent niettemin dat de procedure duidelijk is verbeterd ten opzichte van 2009 en dat het Parlement een snel en soepel verloop van de aanwervingsprocedure moet blijven bevorderen; is bezorgd dat er geen oplossing is geboden voor de geaccrediteerde parlementaire medewerkers die hun rechten hebben zien slinken doordat de duur van hun contract met ten minste een maand is ingekort vanwege de vervroeging van de verkiezingen voor het Parlement; dringt erop aan dat, wat betreft de tijd die nodig is om toegang tot pensioenrechten te krijgen, de desbetreffende wetgeving wordt aangepast aan de wisselende lengte van de feitelijke parlementaire cyclus;

72. bekundet seine Unterstützung für die Maßnahmen, die ergriffen wurden, um die Beendigung der Verträge von etwa 1 700 akkreditierten parlamentarischen Assistenten angesichts des Übergangs von der VII. zur VIII. Wahlperiode organisatorisch abzuwickeln, insbesondere die Anwendung „APA-People“; vertritt jedoch die Ansicht, dass einigen Dienststellen, die für die Einstellung der akkreditierten parlamentarischen Assistenten in bestimmten Bereichen zuständig sind, mehr Verwaltungspersonal hätte zugewiesen werden sollen, damit dies rascher und effizienter vonstatten geht; unterstreicht, dass nicht genügend Personal abgestellt wurde und nicht genügend technische Mittel bereitgestellt wurden, um die Verzögerungen bei der Unterzeichnung der Verträge einiger Assistenten, Vertragsunterbrechungen und Verzögerungen bei der Erstattung von Auslagen und der Zahlung von Zulagen und demzufolge bei der Auszahlung der Gehälter zu verhindern; erkennt gleichwohl an, dass sich die Abwicklung gegenüber 2009 spürbar verbessert hat, wobei das Parlament weiter daran arbeiten muss, dass seine Einstellungsverfahren rascher und reibungsloser vonstatten gehen; ist darüber besorgt, dass für die akkreditierten parlamentarischen Assistenten, deren Ansprüche gemindert wurden, da ihre Arbeitsverträge wegen der vorgezogenen Wahl zum Europäischen Parlament um mindestens einen Monat verkürzt wurden, keine Lösung gefunden wurde; betont, dass die Bestimmungen über die für den Erwerb eines Ruhegehaltsanspruchs notwendigen Zeiten an die tatsächliche Dauer der Wahlperioden angepasst werden müssen;
72. spreekt zijn steun uit voor de maatregelen die genomen zijn om de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten van zo'n 1 700 geaccrediteerde parlementaire medewerkers in goede banen te leiden in de aanloop naar het einde van de zevende en het begin van de achtste zittingsperiode, en in het bijzonder de applicatie "APA-People"; is echter van mening dat aan enkele van de diensten die betrokken zijn bij de procedure voor de aanwerving van geaccrediteerde parlementaire medewerkers meer personeel had moeten worden toegewezen om deze sneller en efficiënter te maken; onderstreept dat de ter beschikking gestelde personele en technische middelen onvoldoende waren om vertraging bij het sluiten van contracten van enkele medewerkers en zelfs enkele contractverbrekingen, alsmede vertraging bij de berekening van de dagvergoedingen en andere toelagen en dientengevolge de betaling van salarissen, te voorkomen; erkent niettemin dat de procedure duidelijk is verbeterd ten opzichte van 2009 en dat het Parlement een snel en soepel verloop van de aanwervingsprocedure moet blijven bevorderen; is bezorgd dat er geen oplossing is geboden voor de geaccrediteerde parlementaire medewerkers die hun rechten hebben zien slinken doordat de duur van hun contract met ten minste een maand is ingekort vanwege de vervroeging van de verkiezingen voor het Parlement; dringt erop aan dat, wat betreft de tijd die nodig is om toegang tot pensioenrechten te krijgen, de desbetreffende wetgeving wordt aangepast aan de wisselende lengte van de feitelijke parlementaire cyclus;

19. stellt mit Enttäuschung fest, dass in dieser Wahlperiode hinsichtlich der zentralen Rolle, die dem Parlament bei der Überwachung der Anwendung des Gemeinschaftsrechts zukommen sollte, keine entscheidenden Fortschritte erzielt wurden; ist der Ansicht, dass die Festlegung von Prioritäten für Vertragsverletzungsverfahren durch die Kommission nicht nur technische, sondern auch politische Entscheidungen beinhaltet, die derzeit keiner externen Überprüfung oder Kontrolle unterliegen und nicht transparent sind; fordert die rasche Umsetzung der entsprechenden, von der Arbeitsgruppe zur Reform des Europäischen Parlaments vorgeschlagenen Reformen, durch die die eigenen Möglichkeiten des Parlaments, die Anwendung des Gemeinschaftsrechts zu überprüfen, ausgeweitet werden; unterstützt in diesem Zusammenhang den Beschluss der Konferenz der Ausschussvorsitze vom 25. März 2009;
19. spreekt zijn teleurstelling uit over het feit dat in de loop van de huidige zittingsperiode geen significante vooruitgang is geboekt inzake de rol die het Parlement zou moeten spelen bij de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht; is van mening dat bij de prioritering van inbreukprocedures de Commissie niet enkel technische maar ook politieke besluiten neemt die momenteel aan geen enkele vorm van externe toetsing, controle of transparantie onderworpen zijn; dringt erop aan dat de desbetreffende hervormingen die zijn voorgesteld door de werkgroep voor de hervorming van het Europees Parlement en die het vermogen van het Parlement om zelf toezicht uit te oefenen op de toepassing van de communautaire wetgeving moeten versterken, spoedig in gang worden gezet; steunt in dat verband het besluit van de Conferentie van Commissievoorzitters van 25 maart 2009;

15. Eine dritte Auslegung, die sich auf Artikel 3 Absätze 2 und 3 des Aktes von 1976 in Verbindung mit Artikel 8 Absatz 1 der Geschäftsordnung des Parlaments gründet, würde dazu führen, dass die parlamentarische Immunität ihre Wirkung bei gewählten Vertretern, die in der vorhergehenden Wahlperiode keine europäischen Abgeordneten waren, nicht ab dem Zeitpunkt der Bekanntgabe der Wahlergebnisse, sondern zum Zeitpunkt der Eröffnung der ersten Sitzung nach den Wahlen entfaltet.
15. Volgens een derde interpretatie, gebaseerd op artikel 3, lid 2 en lid 3, van de Akte van 1976 en artikel 8, lid 1, van het Reglement van het Parlement, zou de parlementaire immuniteit voor de verkozen vertegenwoordigers die tijdens de vorige zittingsperiode geen lid van het Europees Parlement waren, effectief worden niet op het moment van de proclamatie van de verkiezingsuitslag maar bij de opening van de eerste vergaderperiode na de verkiezingen.

67. ist der Auffassung, dass es in der vorangegangenen Wahlperiode nicht über eine rechtliche Grundlage verfügte, um im Rahmen des institutionellen Dialogs mit der belgischen Zentralregierung für ein Grundstücksvorerwerbsrecht mit Blick auf eine etwaige Erweiterung der Europäischen Union einzutreten; das Projekt der Erweiterung war mit erheblichen Ungewissheiten behaftet, und das Präsidium des Europäischen Parlaments konnte keine formellen Beschlüsse mit Blick auf die Erweiterung fassen, bis es über die Rechtsgrundlage des Vertrags von Nizza und die Bestätigung auf dem Europäischen Rat von Kopenhagen verfügte; zu diesem Zeitpunkt befanden sich die Eigentumsrechte an den benachbarten Grundstücken bereits in Händen der SA Promotion Léopold sowie der SA Immomills Louis De Waele Development;
67. meent dat het Europees Parlement in de vorige zittingsperiode geen rechtsgrond bezat om bij de institutionele dialoog met de federale Belgische regering extra bouwterrein te reserveren met het oog op een eventuele uitbreiding van de Europese Unie; wijst erop dat aan het uitbreidingsproces enorme onzekerheden kleefden en dat het Bureau van het EP geen formele besluiten kon nemen die daarop vooruitliepen, nog voordat het beschikte over de rechtsgrond van het Verdrag van Nice en de bekrachtiging van de Europese Raad van Kopenhagen; wijst erop dat op dat moment de eigendomsrechten van de aangrenzende terreinen al in handen waren van SA Promotion Leopold en SA Immomills Louis De Waele Development;