Die Annahme der angefochtenen Bestimmung drei Monate vor den Wahlen scheint keinen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 3 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention darzustellen, der besagt:
De aanneming van de bestreden bepaling drie maanden vóór de verkiezingen lijkt geen schending in te houden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat luidt :