4. erinnert an die Ziffer 6 seiner Entschließung vom 10. Mai 2012, in der es darauf hinwies, dass es die Auslandsverschuldung der Länder in Nordafrika und dem Nahen Osten für verabscheuungswürdig hält, da sie von diktatorischen Regimen angehäuft wurde, größtenteils durch die persönliche Bereicherung der politischen und wirtschaftlichen Elite sowie durch den Erwerb von Waffentechnik, die häufig zur Unterdrückung der eigenen Bevölkerung angewendet wurde; fordert deshalb, diese Schulden zu überprüfen, insbesondere soweit sie sich auf Waffenkäufe beziehen;
4. herinnert aan overweging 6 van zijn resolutie van 10 mei 2012, waar het stelt: "beschouwt de externe overheidsschuld van de landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten als "verfoeilijke" schuld aangezien de schuld werd opgebouwd door dictatoriale regimes, voornamelijk door de persoonlijke verrijking van de politieke en economische elite en de aankoop van wapens, die vaak werden gebruikt om de eigen bevolking te onderdrukken"; roept daarom op tot heroverweging van deze schuld, in het bijzonder de schuld die verband houdt met wapenaankopen;
