Wegen der Probleme, die bei der Anwendung des obengenannten Gesetzes vom 16. Juni 1993 aufgetreten sind, konnte der Gesetzgeber vernünftigerweise den Standpunkt vertreten, dass Einschränkungen der extraterritorialen strafrechtlichen Zuständigkeit in bezug auf schwere Verstösse gegen das humanitäre Völkerrecht notwendig waren und insbesondere ein Kriterium der persönlichen Verbindung des Täters oder des Opfers zum Land einführen.
Wegens de problemen die gerezen zijn bij de toepassing van de voormelde wet van 16 juni 1993 heeft de wetgever redelijkerwijze kunnen oordelen dat de extra-territoriale strafrechtelijke bevoegdheid voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht diende te worden beperkt, door met name te voorzien in een persoonlijk aanknopingspunt van de dader of van het slachtoffer met het land.