Das Recht der Mitgliedstaaten, religiöse Symbole an öffentlichen Orten als Symbol für die Traditionen und die Identität ihrer Völker anzubringen, sollte und darf nicht beschnitten werden.
Aan de bevoegdheid van de lidstaten om op openbare plaatsen religieuze tekens te tonen als symbool van de tradities en de identiteit van hun volkeren mag en kan niet geraakt worden.