Am Ende dieses Prozesses werden die Mitgliedstaaten einen Bericht über die innerhalb einer Frist von drei Jahren erzielten Fortschritte vorzulegen haben. Anschließend wird die Kommission den zuständigen Gemeinschaftsinstanzen (Rat, Parlament und Wirtschafts- und Sozialausschuß) sowie den Sozialpartnern auf Gemeinschaftsebene einen auf der Grundlage der nationalen Berichte und der Ergebnisse des sozialen Dialogs erstellten Evaluierungsbericht vorlegen.
Vervolgens zal de Commissie op basis van de nationale verslagen en de resultaten van de sociale dialoog aan de Instellingen van de Gemeenschap (Raad, Parlement en Economisch en Sociaal Comité) alsmede aan de sociale partners op communautair niveau een evaluatieverslag voorleggen.