Artikel 42 des Gesetzes vom 26. März 1999 legt das Steuerstatut der Vorteile jeglicher Art fest, die aufgrund oder anlässlich der Berufstätigkeit des Empfängers in Form der - gegebenenfalls unentgeltlichen - Gewährung einer Option erlangt wurden.
Artikel 42 van de wet van 26 maart 1999 bepaalt het fiscaal statuut van de voordelen van alle aard die worden verkregen uit hoofde of naar aanleiding van de beroepswerkzaamheid van de begunstigde, in de vorm van de - al dan niet kosteloze - toekenning van een optie.