Der Hof wird also im vorliegenden Fall gebeten, die Situation der Kaufleute, die fortan aufgrund des Urteils des Hofes in bezug auf Artikel 95 des Gesetze
s vom 14. Juli 1991 eine Unterlassungsklage gegen die vorstehend definierten Fälschungshandlungen einreichen können, mit der Situation der Freiberufler zu vergleichen, die aufgrund von Artikel 5 des obengenannten Gesetzes vom 21. Oktober 1992 keine Unter
lassungsklage gegen dieselben Fälschungshandlunge ...[+++]n einreichen können.H
et Hof wordt te dezen verzocht de situatie van de handelaars die voortaan op grond van het arrest van het Hof inzake artikel 95 van de wet v
an 14 juli 1991 een vordering tot staking kunnen instellen tegen de hierboven gedefinieerde daden van namaking, te vergelijken met de situatie van de beoefenaars van vrije beroepen die, gelet op artikel 5 van de voormelde wet van 21 oktober 1992, geen vordering tot staking kunnen
instellen ...[+++] tegen diezelfde daden van namaking.