36. betont, dass die Vorstandsmitglieder genügend Zeit für die Erfüllung ihrer Aufgaben verwenden müssen, für die von den EU-Aufsichtsbehörden Leitlinien ausgearbeitet und die vom Aufsichtsrat und von den nationalen Aufsichtsbehörden kontrolliert werden sollten;
36. benadrukt dat bestuurders voldoende tijd moeten besteden aan de uitoefening van hun taken, waarvoor de toezichthoudende instanties van de EU richtsnoeren moeten ontwikkelen en waarop door de bestuursraad en de nationale toezichthoudende instanties controle moet worden uitgeoefend;