Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vorrang gegenüber einer gesetzlichen vermutung " (Duits → Nederlands) :

Diese Abwägung der Interessen muss dazu führen, dass die biologische und soziale Wirklichkeit Vorrang gegenüber einer gesetzlichen Vermutung hat, wenn die Letztere im absoluten Widerspruch zu den festgestellten Fakten und den Wünschen der Betroffenen steht, ohne dass es jemandem einen spürbaren Vorteil bietet (EuGHMR, 27. Oktober 1994, Kroon u.a. gegen Niederlande, § 40; 24. November 2005, Shofman gegen Russland, § 44; 12. Januar 2006, Mizzi gegen Malta, § 113; 10. Oktober 2006, Paulik gegen Slowakei, § 46).

Die belangenafweging moet ertoe leiden dat de biologische en sociale werkelijkheid primeert op een wettelijk vermoeden indien dat laatste frontaal ingaat tegen de vastgestelde feiten en de wensen van de betrokkenen, zonder dat het iemand een tastbaar voordeel oplevert (EHRM, 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 40; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 44; 12 januari 2006, Mizzi t. Malta, § 113; 10 oktober 2006, Paulik t. Slovakije, § 46).


Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Wenn für einen bestimmten Aspekt der Maschinensicherheit eine Typ-C-Norm von den Spezifikationen einer Typ-A- oder Typ-B-Norm abweicht, haben die Spezifikationen der Typ-C-Norm Vorrang gegenüber den Spezifikationen der Typ-A- oder Typ-B-Norm.

Wanneer voor een gegeven aspect van de machineveiligheid een type C-norm afwijkt van de specificaties van een type A- of type B-norm, prevaleert de type C-norm boven de specificaties van de type A- of type B-norm.


Die Entwicklungsziele wurden dahingehend geändert, dass den Aktionen bezüglich des Aufbaus einer wissensbasierten Gesellschaft (Innovation, FuE, Informationsgesellschaft) und der Umwelt (Umwelt, natürliche Lebensräume, Wasserressourcen) Vorrang gegenüber den Verkehrs- und Energienetzen eingeräumt wurden.

De keuzen wat ontwikkeling betreft zijn bijgesteld om meer prioriteit te geven aan acties op het gebied van de ontwikkeling van een kennismaatschappij (innovatie, OO, informatiemaatschappij) en het milieu (milieubescherming, natuurbehoud, watervoorziening), hoofdzakelijk ten koste van de acties inzake de vervoers- en energienetten.


Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Obwohl der Familienfrieden und die Rechtssicherheit der Familienverbindung rechtmäßige Ziele sind, die der Gesetzgeber berücksichtigen konnte, um zu verhindern, dass die Vaterschaftsermittlung unbegrenzt ausgeübt werden kann, hat die absolute Beschaffenheit der Bedingung, sich in einem der in Artikel 320 des Zivilgesetzbuches erwähnten Fälle zu befinden, zur Folge, dass der Gesetzgeber außerhalb dieser Fälle der gesetzlichen Vaterschaftsvermutung den Vorrang gegenüber der biolo ...[+++]

Hoewel de rust der families en de rechtszekerheid van de familiale banden legitieme doelstellingen zijn waarvan de wetgever kon uitgaan om een onbeperkte mogelijkheid tot onderzoek naar het vaderschap te verhinderen, heeft het absolute karakter van de voorwaarde zich te bevinden in één van de in artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gevallen tot gevolg dat de wetgever buiten die gevallen het wettelijk vermoeden van vaderschap heeft laten prevaleren op de biologische werkelijkheid, zonder aan de rechter de bevoegdheid te laten om rekening te houden met de vaststaande feiten en de belangen van alle betrokken partijen.


Mit der Einführung der Artikel 48bis und 48ter des vorerwähnten Gesetzes vom 10. April 1971 und von Artikel 14bis des vorerwähnten Gesetzes vom 3. Juli 1967 wünschte der Gesetzgeber, um einer Kontroverse ein Ende zu setzen, dem Auftreten der gesetzlichen Versicherer den Vorrang gegenüber den Kraftfahrzeugversicherern zu gewähren (vorerwähnter Artikel 48bis ) und gleichzeitig den Regress dieser gesetzlichen Versicherer oder de ...[+++]

Met de invoering van de artikelen 48bis en 48ter van de voormelde wet van 10 april 1971 en artikel 14bis van de voormelde wet van 3 juli 1967 wenste de wetgever, om een einde aan een controverse te maken, het optreden van de wetsverzekeraar te laten primeren op dat van de motorrijtuigverzekeraar (voormeld artikel 48bis ) en tegelijk het verhaal van die wetsverzekeraar of van het Fonds voor Arbeidsongevallen op die verzekeraar of het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds te regelen (voormelde artikelen 48ter en 14bis ).


Der Fall, in dem eine gesetzliche Vermutung Vorrang gegenüber der biologischen Wirklichkeit erhält, ist nicht vereinbar mit der Verpflichtung, die tatsächliche Achtung des Privat- und Familienlebens zu gewährleisten, auch nicht unter Berücksichtigung des Ermessensspielraums, über den der Gesetzgeber verfügt (EuGHMR, 12. Januar 2006, Mizzi gegen Malta, §§ 112 und 113).

Het geval waarin een wettelijk vermoeden voorrang krijgt op de biologische werkelijkheid is niet bestaanbaar met de verplichting een daadwerkelijk respect voor het privé- en gezinsleven te waarborgen, zelfs rekening houdend met de appreciatiemarge waarover de wetgever beschikt (EHRM, 12 januari 2006, Mizzi t. Malta, §§ 112 en 113).


(3) Die aus Abschnitt II erwachsenden Pflichten in Bezug auf Tochterunternehmen, die selbst nicht dieser Richtlinie unterliegen, finden keine Anwendung, wenn das EU-Mutterinstitut oder Institute, die von einer EU-Mutterfinanzholdinggesellschaft oder einer gemischten EU-Mutterfinanzholdinggesellschaft kontrolliert werden, den zuständigen Behörden gegenüber nachweisen können, dass die Anwendung des Abschnitts II nach den gesetzlichen Bestimmungen des Dr ...[+++]

3. De uit afdeling II van dit hoofdstuk voortvloeiende verplichtingen betreffende dochterondernemingen die zelf niet onder deze richtlijn vallen, zijn niet van toepassing indien de EU-moederinstelling of de instellingen die onder de zeggenschap staan van een financiële EU-moederholding of van een gemengde financiële EU-moederholding ten genoegen van de bevoegde autoriteiten kunnen aantonen dat de toepassing van afdeling II onrechtmatig is volgens de wetten van het derde land waar de dochteronderneming is gevestigd.


w