Vor der weiteren Prüfung der Klagegründe, insofern sie sich auf die Verfassungsmässigkeit der Artikel 2 und 3 des Gesetzes vom 15. März 2010 beziehen, sind folglich dem Gerichtshof der Europäischen Union die erste und die zweite Vorabentscheidungsfrage, die im Tenor des vorliegenden Urteils formuliert werden, zu stellen.
Alvorens het onderzoek van de middelen voort te zetten in zoverre zij betrekking hebben op de grondwettigheid van de artikelen 2 en 3 van de wet van 15 maart 2010, dienen bijgevolg aan het Hof van Justitie van de Europese Unie de in het dictum van dit arrest geformuleerde eerste en tweede prejudiciële vraag te worden gesteld.