Traduction de «vorliegenden beweise informiert » (Allemand → Néerlandais) :

H. in der Erwägung, dass der Gerichtshof in der oben genannten Rechtssache Kadi und Al Barakaat International Foundation/Rat und Kommission die Verordnung (EG) Nr. 881/2002 für nichtig erklärte, soweit sie Yassin Abdullah Kadi und die Al Barakaat International Foundation betraf, und befand, dass, wenn eine Behörde in der Gemeinschaft beschließt, die Gelder und wirtschaftlichen Ressourcen einer Person oder Organisation gemäß der Verordnung (EG) Nr. 881/2002 einzufrieren, sie die Gründe für ihren Beschluss der betroffenen Person oder Organisation mitteilen muss, so dass diese ihr Recht auf Verteidigung, insbesondere ihren Anspruch auf rechtliches Gehör sowie ihr Recht auf eine gerichtliche Überprüfung wahrnehmen kann, und dass die betreffenden Personen und Organisationen, da sie nicht über die gegen sie vorliegenden Beweise informiert waren, auch nicht in der Lage waren, ihre Rechte im Hinblick auf diese Beweismittel unter angemessenen Bedingungen vor einem Gericht der Gemeinschaft zu verteidigen,
H. overwegende dat het Hof van Justitie in bovengenoemde zaak Kadi en Al Barakaat International Foundation/Raad en Commissie Verordening (EG) nr. 881/2002 nietig heeft verklaard voor zover zij betrekking had op Kadi en Al Barakaat International Foundation, en van oordeel was dat de Gemeenschapsinstelling die besluit de tegoeden en economische middelen van een persoon of entiteit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 881/2002 te bevriezen, de gronden waarop dat besluit berust aan de betrokken persoon of entiteit moet meedelen om de rechten van verdediging, met name het recht gehoord te worden, en het recht op rechterlijke controle te eerbiedigen, en dat gezien het feit dat die personen of entiteiten niet zijn ingelicht over de tegen hen in aanmerking genomen elementen, zij hun rechten dienaangaande ook niet toereikend voor de Gemeenschapsrechter hebben kunnen verdedigen,

11. hält es in Zusammenhang mit den geforderten "Begründungen" für fraglich, ob der Vorschlag der Kommission und der Ratstext dem Urteil in der genannten Rechtssache Kadi und Al Barakaat International Foundation/Rat und Kommission nachkommen, was die Verpflichtung, die Gründe mitzuteilen, die in diesen Fällen für die Aufnahme einer Person oder Organisation in die Liste ausschlaggebend sind, und besonders das Recht der betroffenen Personen und Organisationen betrifft, über die gegen sie vorliegenden Beweise informiert zu werden;
11. vraagt zich met betrekking tot de te verstrekken "motivering" af of het voorstel van de Commissie dan wel de tekst van de Raad wel voldoen aan de eisen die worden gesteld in het arrest in de eerder genoemde zaak Kadi en Al Barakaat International Foundation/Raad en Commissie, waarin de verplichting wordt genoemd om de gronden te vermelden waarop in deze gevallen de naam van een persoon of entiteit op de lijst wordt geplaatst, daarbij in het bijzonder het recht in aanmerking nemend van de betrokken personen en entiteiten om te worden ingelicht over de tegen hen in aanmerking genomen bewijs;

H. in der Erwägung, dass der Gerichtshof in der oben genannten Rechtssache Kadi und Al Barakaat International Foundation gegen Rat und Kommission die Verordnung (EG) No 881/2002 für nichtig erklärte, soweit sie Yassin Abdullah Kadi und die Al Barakaat International Foundation betraf, und befand, dass, wenn eine Behörde in der Gemeinschaft beschließt, die Gelder und wirtschaftlichen Ressourcen einer Person oder Organisation gemäß der Verordnung (EG) Nr. 881/2002 einzufrieren, sie die Gründe für ihren Beschluss der betroffenen Person oder Organisation mitteilen muss, so dass diese ihr Recht auf Verteidigung, insbesondere ihren Anspruch auf rechtliches Gehör sowie ihr Recht auf eine gerichtliche Überprüfung wahrnehmen kann, und dass die betreffenden Personen und Organisationen, da sie nicht über die gegen sie vorliegenden Beweise informiert waren, auch nicht in der Lage waren, ihre Rechte im Hinblick auf diese Beweismittel unter angemessenen Bedingungen vor einem Gericht der Gemeinschaft zu verteidigen,
H. overwegende dat het Hof van Justitie in bovengenoemde zaak Kadi en Al Barakaat International Foundation/Raad en Commissie Verordening (EG) nr. 881/2002 nietig heeft verklaard voor zover zij betrekking heeft op Kadi en Al Barakaat International Foundation, en van oordeel was dat de Gemeenschapsinstelling die besluit de tegoeden en economische middelen van een persoon of entiteit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 881/2002 te bevriezen, de gronden waarop dat besluit berust aan de betrokken persoon of entiteit moet meedelen om de rechten van verdediging, met name het recht gehoord te worden, en het recht op rechterlijke controle te eerbiedigen, en dat gezien het feit dat die personen of entiteiten niet zijn ingelicht over de tegen hen in aanmerking genomen elementen, zij hun rechten dienaangaande ook niet toereikend voor de Gemeenschapsrechten hebben kunnen verdedigen,

10. hält es in Zusammenhang mit den geforderten „Begründungen“ für fraglich, ob der Vorschlag der Kommission und der Ratstext dem Urteil in der oben genannten Rechtssache Kadi und Al Barakaat International Foundation gegen Rat und Kommission nachkommen, was die Verpflichtung, die Gründe mitzuteilen, die in diesen Fällen für die Aufnahme einer Person oder Organisation in die Liste ausschlaggebend sind, und besonders das Recht der betroffenen Personen und Organisationen betrifft, über die gegen sie vorliegenden Beweise informiert zu werden;
10. vraagt zich met betrekking tot de te verstrekken “motivering” af of het voorstel van de Commissie en de tekst van de Raad wel voldoen aan de eisen die worden gesteld in het arrest in de eerder genoemde zaak Kadi en Al Barakaat International Foundation/Raad en Commissie, waarin de verplichting wordt genoemd om de gronden te vermelden waarop in deze gevallen de naam van een persoon of entiteit op de lijst wordt geplaatst, met de bijzondere verwijzing naar het recht van de betrokken personen en entiteiten om te worden ingelicht over de tegen hen in aanmerking genomen elementen;

50. weist darauf hin, dass die Regierungen stets die Rechtssicherheit wahren müssen, auch für Personen, die eines Verbrechens in Verbindung mit dem Terrorismus verdächtigt werden, und dass Personen, deren Vermögen eingefroren wurden, die aber ihre Unschuld beteuern, unverzüglich über die gegen sie vorliegenden Beweise informiert werden müssen;
50. wijst erop dat regeringen de rechtszekerheid onder alle omstandigheden moeten beschermen, ook voor personen die worden verdacht van misdrijven in verband met terrorisme, en dat personen wier tegoeden bevroren zijn maar die beweren onschuldig te zijn, onmiddellijk moeten vernemen welk bewijs er voor de verdenkingen is;