Der Verweisungsrichter urteilt, dass der Kläger sich ebensowenig auf Artikel 46 des Zivilgesetzbuches berufen kann, « da dieser Artikel den Ersatz der Geburtsurkunde durch andere Dokumente als die Auszüge aus dem Register und durch Zeugen nur vorsieht, wenn die Register des Standesamtes nie bestanden haben oder verlorengegangen sind », was im vorliegenden Fall nicht zutrifft.
De verwijzende rechter is van oordeel dat de verzoeker zich evenmin kan beroepen op artikel 46 van het Burgerlijk Wetboek « nu dit artikel enkel voorziet in de vervanging van de geboorteakte door bescheiden, andere dan uittreksels uit registers en door getuigen, voor het geval de registers van de burgerlijke stand nooit hebben bestaan of zijn teloor gegaan », wat in casu niet het geval is.