Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vorlegende richter hat folglich geurteilt " (Duits → Nederlands) :

Der vorlegende Richter hat nämlich festgestellt, dass die Forderung des Landesamtes für soziale Sicherheit sich im vorliegenden Fall nur auf die gesamtschuldnerische Haftung bezieht, die auf den Gesamtpreis der dem Unternehmer anvertrauten Arbeiten begrenzt ist, gemäß Artikel 30bis § 3 des LASS-Gesetzes, und folglich nicht die Zahlung der nicht einbehaltenen Summe und des Zuschlags im Sinne von Artikel 30bis § 5 des LASS-Gesetzes umfasst.

De verwijzende rechter heeft immers vastgesteld dat de eis van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in casu enkel betrekking heeft op de hoofdelijke aansprakelijkheid, beperkt tot de totale prijs van het aan de aannemer toevertrouwde werk, zoals bedoeld in artikel 30bis, § 3, van de RSZ-wet, en dus niet de betaling van de niet-ingehouden som en van de bijslag bedoeld in artikel 30bis, § 5, van de RSZ-wet omvat.


Der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte hat ferner geurteilt, dass die Notwendigkeit, eine gerichtliche Ermächtigung vor der Vollstreckung einer Maßnahme der geheimen Überwachung zu erlangen, eine wichtige Garantie gegen Willkür ist, und legt Wert darauf, dass der Richter seine Entscheidung, die Maßnahme des Abfangens zu erlauben, begründen muss (ebenda, § § 249 und 259).

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt voorts dat de noodzaak om een gerechtelijke machtiging vóór de tenuitvoerlegging van een maatregel van geheime bewaking te verkrijgen, een belangrijke waarborg tegen willekeur vormt, en hecht belang aan het feit dat de rechter zijn beslissing om de maatregel van onderschepping toe te staan, dient te motiveren (ibid., § § 249 en 259).


Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern sie « zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet und durch das Korrektionalgericht wegen eines mit Zuchthausstrafe von fünfzehn bis zu zwanzig Jahren bedrohten Verbrechens, das korrektionalisiert worden ist, verurteilt wird, eine bedingte Freilassung erst dann beanspruchen kann, w ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij « tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt veroordeeld wegens een met opsluiting van vijftien tot twintig jaar strafbare misdaad die is gecorrectionaliseerd, pas aanspraak kan maken op een voorwaardelijke invrijheidstelling nadat hij twee derden van zijn straf heeft ondergaan, terwijl een persoon die wegens dezelfde misdaad die in dezel ...[+++]


In seiner Vorlageentscheidung stellt der vorlegende Richter fest, dass aus der fraglichen Bestimmung hervorgeht, dass « der Beklagte, der wegen eines mit Zuchthausstrafe von fünfzehn bis zu zwanzig Jahren bedrohten Verbrechens, das im Zustand des Rückfalls begangen wurde und korrektionalisiert worden ist, zu einer Gefängnisstrafe von fünf Jahren verurteilt wurde, für bedingte Freilassung [...] in Betracht kommt, nachdem er zwei Dri ...[+++]

In zijn verwijzingsbeslissing stelt de verwijzende rechter vast dat uit de in het geding zijnde bepaling voortvloeit dat « de verweerder, die is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens een met opsluiting van vijftien tot twintig jaar strafbare misdaad die is gepleegd in staat van herhaling en die is gecorrectionaliseerd, voor de voorwaardelijke invrijheidstelling [...] in aanmerking komt nadat hij twee derden van die gevangenisstraf heeft ondergaan », terwijl « de persoon die door het hof van assisen tot een straf van opsluiting van vijf jaar wordt veroordeeld wegens een dergelij ...[+++]


In der Auslegung, die der vorlegende Richter dem Gerichtshof zur Prüfung unterbreitet hat, würde durch Artikel 35 § 2 Absatz 1 Nr. 1 des Steuerdekrets vom 22. März 2007 der Verwaltung die Befugnis erteilt, nach eigenem Ermessen darüber zu entscheiden, ob entweder der Dritte, der die Abfälle zurückgelassen hat, auf der Grundlage von Artikel 39 des Dekrets oder der Eigentümer des Geländes, auf dem die Abfälle sich befinden, aufgrund von Artikel 35 des Dekrets besteuert würde.

In de interpretatie die de verwijzende rechter aan de toetsing van het Hof heeft voorgelegd, zou artikel 35, § 2, eerste lid, 1°, van het fiscaal decreet van 22 maart 2007 aan de administratie de bevoegdheid verlenen om op discretionaire wijze te beslissen ofwel de derde die het afval heeft achtergelaten, op grond van artikel 39 van het decreet, ofwel de eigenaar van het terrein waar het afval zich bevindt, op grond van artikel 35 van het decreet, te belasten.


In der Vorlageentscheidung hat der vorlegende Richter geurteilt, dass die Europäische Union ein « Rechtsnachfolger » im Sinne von Artikel 29bis des Gesetzes vom 21. November 1989 sei.

In de verwijzingsbeslissing heeft de verwijzende rechter geoordeeld dat de Europese Unie een « rechthebbende » in de zin van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 was.


Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob diese Bestimmungen mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention vereinbar seien, wenn sie dahin ausgelegt würden, « dass der Miteigentümer, der alleine das ungeteilte Gut gebraucht und den ausschließlichen Nutzen davon gehabt hat, dem anderen Mi ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt het Hof of die bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, indien zij aldus worden geïnterpreteerd « dat de deelgenoot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad, een vergoeding verschuldigd is aan de andere deelgenoot in verhouding tot hun aandeel in de o ...[+++]


In der Vorabentscheidungsfrage wird auf die Artikel 686 und 767 des Gesellschaftsgesetzbuches verwiesen. Aus dem Inhalt der Frage und aus der Vorlageentscheidung wird allerdings ersichtlich, dass es sich dabei um einen Schreibfehler handelt und dass der vorlegende Richter die Artikel 684 und 766 des Gesellschaftsgesetzbuches gemeint hat.

De prejudiciële vraag verwijst naar de artikelen 686 en 767 van het Wetboek van vennootschappen. Uit de inhoud van de vraag en uit de verwijzingsbeslissing blijkt evenwel dat het om een materiële vergissing gaat en dat de verwijzende rechter de artikelen 684 en 766 van het Wetboek van vennootschappen bedoelt.


In der vorliegenden Rechtssache möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof erfahren, ob die fraglichen Bestimmungen in Verbindung miteinander auf diskriminierende Weise das Recht auf rechtlichen Beistand und die Rechte der Verteidigung verletzten, ausgelegt in dem Sinne, dass der Beistand, der durch das Bürgermeister- und Schöffenkollegium bestellt werde, nur zur Unterstützung der Klage, ...[+++]

In onderhavige zaak wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde in samenhang gelezen bepalingen op discriminerende wijze afbreuk doen aan het recht op juridische bijstand en aan de rechten van verdediging, in die interpretatie dat de raadsman die wordt aangesteld door het college van burgemeester en schepenen enkel kan optreden ter ondersteuning van de vordering die een inwoner namens de gemeente heeft ingesteld, « aangezien de gemeente de vrije beschikking is verloren over de rechten die het voorwerp van de vordering uitmaken, terwijl het feit dat de gemeente ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 162/2007 vom 19. Dezember 2007, auf den der vorlegende Richter Bezug nimmt, hat der Gerichtshof für Recht erkannt: « Artikel 371 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass die Rechtsmittelfrist ab dem Datum des Versands, das auf dem Steuerbescheid angegeben ist, auf dem die Widerspruchsfrist vermerkt ist, läuft ».

Bij zijn arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007, waaraan de verwijzende rechter refereert, heeft het Hof voor recht gezegd : « Artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat de beroepstermijn begint te lopen op de datum van verzending die voorkomt op het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat ».




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vorlegende richter hat folglich geurteilt' ->

Date index: 2021-07-14
w