Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vorlegende richter anwendbaren " (Duits → Nederlands) :

Artikel 2 Nr. 9 des Nichtbenutzungsdekrets in Bezug auf Gewerbebetriebsgelände bestimmt in der auf die Streitsache vor dem vorlegende Richter anwendbaren Fassung: « Eigentümer: derjenige, der ein volles oder teilweise bloßes Eigentumsrecht an der betreffenden Immobilie geltend machen kann ».

Artikel 2, 9°, van het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten, zoals van toepassing in het geschil voor de verwijzende rechter, bepaalt : « Eigenaar : diegene die een geheel dan wel een gedeeltelijk naakte eigendomsrecht kan laten gelden op het betrokken onroerend goed ».


Im zweiten Teil befragt der vorlegende Richter den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 95 des Gesetzes vom 30. Dezember 1992 mit den Artikeln 170 und 172 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit deren Artikeln 10 und 11 und gegebenenfalls mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, insofern die Regeln bezüglich der Beitreibung des Sonderbeitrags (Verjährung, Zwangsbeitreibung als außergerichtlicher Vollstreckungstitel und Sicherheiten) den für die Sozialbeiträge der Selbstständigen ...[+++]

Met het tweede onderdeel stelt de verwijzende rechter aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 95 van de wet van 30 december 1992 met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en, in voorkomend geval, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens alsook met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, in zoverre de regels met betrekking tot de invordering van de bijzondere bijdrage (de verjaring, het dwangbevel als buitengerechtelijke uitvoerbare titel en de zekerheden) ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 33bis § 2 Nr. 5 Absatz 2 des Dekrets vom 23. Januar 1991 in der auf das Ausgangsverfahren anwendbaren Fassung einen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, beinhalte, indem durch den vorerwähnten Artikel 33bis § 2 Nr. 5 Absatz 2 drei Behandlungsunterschiede zwischen verschiedenen Kategorien von Erzeugern eingeführt würden, die eine ernsthafte Verletzun ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 33bis § 2, 5°, tweede lid, van het decreet van 23 januari 1991, in de redactie zoals van toepassing op het bodemgeschil, een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het voormelde artikel 33bis, § 2, 5°, tweede lid, drie verschillen in behandeling tussen verschillende categorieën van producenten invoert die een ernstige aantasting van het eigendomsrecht zouden kunnen uitmaken.


Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 146 Absatz 4 des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung (nachstehend: Raumordnungsdekret 1999), ausgelegt in dem Sinne, dass die « landschaftlich wertvollen Agrargebiete » in den « besonders wertvollen Agrargebieten » enthalten seien, einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 oder die Artikel 12 Absatz 4 und 14 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 7 des Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, beinhalte, indem, wenn er in Verbind ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of artikel 146, vierde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (hierna : Decreet Ruimtelijke Ordening 1999), aldus geïnterpreteerd dat de « landschappelijk waardevolle agrarische gebieden » zijn begrepen in de « agrarische gebieden met bijzondere waarde », een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 of de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burger ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 146 Absatz 4 des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung (nachstehend: Raumordnungsdekret 1999), ausgelegt in dem Sinne, dass die « landschaftlich wertvollen Agrargebiete » in den « besonders wertvollen Agrargebieten » enthalten seien, einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 oder die Artikel 12 Absatz 4 und 14 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 7 des Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, beinhalte, indem, wenn er in Verbind ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of artikel 146, vierde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (hierna : decreet ruimtelijke ordening 1999), aldus geïnterpreteerd dat de « landschappelijk waardevolle agrarische gebieden » zijn begrepen in de « agrarische gebieden met bijzondere waarde », een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 of de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burger ...[+++]


In einer zweiten präjudiziellen Frage fragt der vorlegende Richter den Hof, ob Artikel 167 Absatz 4 des Gesetzes vom 14. Juli 1994 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern er zu einem Behandlungsunterschied zwischen Rechtsuchenden führe, indem er den König dazu ermächtige, den Tarif der Honorare und Kosten der gerichtlichen Sachverständigen festzulegen, für den die im allgemeinen Recht anwendbaren Bewertungskriterien nicht gelten würden.

In een tweede prejudiciële vraag ondervraagt de verwijzende rechter het Hof over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 167, vierde lid, van de wet van 14 juli 1994, in zoverre het een verschil in behandeling creëert tussen de rechtzoekenden door de Koning ertoe te machtigen een tarief vast te stellen voor het ereloon en de kosten van de gerechtsdeskundigen, tarief waarvoor de evaluatiecriteria die van toepassing zijn in het gemeen recht, niet gelden.


Der vorlegende Richter befragt den Hof nach der Verfassungsmässigkeit des Gesetzes vom 28. Juni 1966 in der auf die Fakten des Hauptverfahrens - die sich im Jahr 1996 ereignet hatten - anwendbaren Fassung.

De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de grondwettigheid van de wet van 28 juni 1966 zoals zij van toepassing is op de feiten in het bodemgeschil, die dateren van 1996.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vorlegende richter anwendbaren' ->

Date index: 2025-03-15
w