Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «vorlegende rechtsprechungsorgan befragt » (Allemand → Néerlandais) :

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 84ter des Mehrwertsteuergesetzbuches (nachstehend: MwStGB) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, da dadurch Steuerpflichtige hinsichtlich der gleichen steuerpflichtigen Umsätze unterschiedlich behandelt würden, je nachdem, ob sie Gegenstand einer Steueruntersuchung aufgrund von Artikel 84ter des MwStGB oder einer Steueruntersuchung aufgrund von Artikel 333 Absatz 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (nachstehend: EStGB 1992) seien.

Het verwijzende rechtscollege ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van artikel 84ter van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna : WBTW) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het belastingplichtigen met betrekking tot eenzelfde belastbare handeling, verschillend behandelt naargelang zij het voorwerp zijn van een fiscaal onderzoek op grond van artikel 84ter van het WBTW, dan wel van een fiscaal onderzoek op grond van artikel 333, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992).


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Gerichtshof zu dem sich aus Absatz 1 dieser Bestimmung ergebenden Behandlungsunterschied zwischen den Steuerpflichtigen, die von den Regionen Prämien erhielten, die von der Gesellschaftssteuer befreit seien, und den Steuerpflichtigen, die von anderen Behörden, und insbesondere dem Föderalstaat, Prämien erhielten, die nicht von der Steuer befreit seien.

Het verwijzende rechtscollege stelt aan het Hof een vraag over het verschil in behandeling, dat uit het eerste lid van die bepaling voortvloeit, tussen de belastingplichtigen die vanwege de gewesten premies krijgen toegekend, die van de vennootschapsbelasting zijn vrijgesteld, en de belastingplichtigen die vanwege andere overheden, en in het bijzonder de federale Staat, premies krijgen toegekend, die niet zijn vrijgesteld.


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in der Auslegung, dass sie die Gewährung der erhöhten Familienbeihilfen für Ein-Elternteil-Familien zugunsten eines « verheirateten Zulagenempfängers, der aber tatsächlich von seinem Ehepartner getrennt ist, und zwar wegen Umständen, die unabhängig von seinem Willen sind, weil er nie mit seinem Ehepartner zusammengewohnt hat » ausschließe.

Het verwijzende rechtscollege stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de interpretatie dat zij de toekenning van de verhoogde kinderbijslag voor eenoudergezinnen zou ontzeggen aan « een bijslagtrekkende die gehuwd is maar feitelijk gescheiden is van zijn echtgenoot wegens omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, om reden dat hij nooit met zijn echtgenoot heeft samengewoond ».


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der betreffenden Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit - unter anderem - den Artikeln 160 und 161 der Verfassung.

Het verwijzende rechtscollege ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met, onder meer, de artikelen 160 en 161 van de Grondwet.


Mit der zweiten Vorabentscheidungsfrage befragt das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Gerichtshof zur Vereinbarkeit mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung von Artikel 37 Absatz 1 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen, ausgelegt in dem Sinne, dass die Schulden in Bezug auf den Berufssteuervorabzug, im Gegensatz zu den Mehrwertsteuerschulden, die sich auf Leistungen bezögen, die in Bezug auf den Schuldner während des Zeitraums der gerichtlichen Reorganisation erbracht worden seien, wohl « Masseschulden » darstellen könnten.

Met de tweede prejudiciële vraag ondervraagt het verwijzende rechtscollege het Hof over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 37, eerste lid, van de WCO, in die zin geïnterpreteerd dat de schulden inzake bedrijfsvoorheffing, in tegenstelling tot de btw-schulden die beantwoorden aan prestaties uitgevoerd ten aanzien van de schuldenaar in de periode van gerechtelijke reorganisatie, wel « boedelschulden » kunnen uitmaken.


In einem ersten Teil befragt das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Gerichtshof dazu, ob es den vorerwähnten Verfassungsbestimmungen entspreche, wenn man für Genehmigungen in Bezug auf unbewegliche Güter, die sich innerhalb eines Umkreises für städtische Flurbereinigung (nachstehend: USF) befänden, vom Sektorenplan, vom kommunalen Raumordnungsplan, von der kommunalen Städtebauordnung und dem Fluchtlinienplan abweichen könne, ohne die Bedingungen einhalten zu müssen, die insbesondere in den Artikeln 110 bis 114 des WGBRSEE vorgesehen seien.

In een eerste onderdeel vraagt het verwijzende rechtscollege het Hof of de mogelijkheid, voor vergunningen met betrekking tot onroerende goederen gelegen in een stedelijke verkavelingsomtrek (hierna : SVO), om af te wijken van het gewestplan, het gemeentelijk plan van aanleg, het gemeentelijk stedenbouwkundig reglement en het rooiplan, zonder te moeten voldoen aan de voorwaarden waarin met name de artikelen 110 tot 114 van het WWROSPE voorzien, in overeenstemming is met de voormelde grondwetsbepalingen.


Aus der Vorabentscheidungsfrage und der Vorlageentscheidung geht hervor, dass das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Gerichtshof im Wesentlichen zu der Befugnis der erstinstanzlichen Kammer des Dienstes für medizinische Evaluation und Kontrolle des LIKIV nach der Feststellung, dass der Beschluss des leitenden Beamten dieses Dienstes wegen der Nichteinhaltung einer zur Vermeidung des Verfalls vorgeschriebenen Frist nichtig sei, die Sache an sich zu ziehen und die dem Pflegeerbringer vorgeworfenen Verstöße zur Sache zu prüfen, befragt.

Uit de prejudiciële vraag en de verwijzingsbeslissing blijkt dat het verwijzende rechtscollege het Hof in essentie ondervraagt over de bevoegdheid van de Kamer van eerste aanleg van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV om, na vastgesteld te hebben dat de beslissing van de Leidend ambtenaar van die Dienst nietig is wegens de niet-naleving van een op straffe van verval voorgeschreven termijn, de zaak aan zich te trekken en de aan de zorgverlener verweten inbreuken ten gronde te onderzoeken.


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Hof darüber, dass die fragliche Bestimmung nicht auf Lehrkräfte anwendbar ist, die mit einem Inspektionsauftrag im Interesse des Unterrichtswesens betraut sind und nicht der durch das Dekret vom 24. März 2003 eingesetzten pädagogischen Inspektion und Beratung angehören.

Het verwijzende rechtscollege ondervraagt het Hof over het feit dat de in het geding zijnde bepaling niet van toepassing is op leerkrachten die belast zijn met een inspectieopdracht in het belang van het onderwijs en die geen lid zijn van de bij het decreet van 24 maart 2003 opgerichte pedagogische inspectie-begeleiding.


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Hof ferner zu dem Umstand, dass die betreffenden Bestimmungen den Strafrichter daran hindern würden, mildernde Umstände sowie Artikel 21ter des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches zu berücksichtigen oder die Massnahmen im Sinne des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung zu gewähren.

Het verwijzende rechtscollege ondervraagt het Hof nog over het feit dat de in het geding zijnde bepalingen de strafrechter zouden verhinderen rekening te houden met verzachtende omstandigheden, en met artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, of de maatregelen bepaald in de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie te verlenen.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vorlegende rechtsprechungsorgan befragt' ->

Date index: 2025-08-18
w